Attributietheorie: De manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en andermans gedrag verklaren

Waarom maakt het niet uit als die ene collega een paar minuutjes later op werk is, maar vinden we het bloedirritant wanneer de ander te laat binnen komt? Volgens de vader van de attributietheorie Fritz Heider (1958-1988) zijn alle mensen amateurwetenschappers die andermans gedrag proberen te verklaren en begrijpen door informatie te verzamelen.

Volgens Heider kunnen we één van de twee attributies maken wanneer we het gedrag van de ander proberen te verklaren. De eerste optie is interne attributie. Hier beslissen we dat de oorzaak van het gedrag bij diegene zelf ligt en voortkomt uit persoonlijkheid, attitudes, aanleg of karakter. We kunnen bijvoorbeeld beslissen dat de collega zich verslapen heeft, omdat dat bij diegene past. De tweede optie is externe attributie. We kunnen beslissen dat iets in de situatie de oorzaak is van het gedrag. Bijvoorbeeld een vertraagde trein.

Interne versus externe attributies

Onze indruk van de collega kan verschillen per type attributie die we maken. Wanneer we een interne attributie maken en bijvoorbeeld beslissen dat onze collega te laat is door een feestje waar hij gisteravond was en nu door zijn wekker is geslapen, is dat een negatieve indruk. Maar wanneer we een externe attributie maken, hebben we een positievere indruk van onze collega. Hierbij leren we alleen niet zo veel van de ander. In een vertraagde trein zitten kan immers iedereen overkomen.

Wat verklaart dit gedrag?

Een verklaring hiervoor ligt in het covariatiemodel, wat een aanvulling is op de attributietheorie van Harold Kelly. Dit model stelt dat we systemisch kijken naar de relatie tussen gedrag en de aan- of afwezigheid van causale factoren. Zo maken we een attributie over de oorzaak van iemands gedrag. We kijken naar verschillende situaties op verschillende momenten. Is deze collega vaker te laat gekomen? Hoe stipt is hij met deadlines? Gaat hij graag naar feestjes? Dat heet covariatie, de relatie tussen twee variabelen. In dit geval gedragingen. Hierdoor zijn we in staat om te oordelen over wat de oorzaak van iemands gedrag is (Aronson, Wilson, Sommers 2022).

Er zijn nog drie factoren die een belangrijke rol spelen in het beoordelen van gedrag. Nummer één is informatie over consensus. Is er bijvoorbeeld een drukke weg naar werk? Of is er vaak werk aan het spoor? Als dit het geval is, is de kans groter om de situatie als de oorzaak te benoemen voor het gedag van de laatkomer en niet de persoonlijkheid of attitudes van de collega. Het tweede begrip is informatie over onderscheidend vermogen (distinctiviteit). Komen andere collega’s ook vaak te laat of enkel deze collega? In dit laatste geval besluiten mensen sneller dat het aan het gedrag van de late collega ligt. Tot slot is er consistentie. Dit verwijst naar de frequentie waarmee het waargenomen gedrag onder verschillende omstandigheden en in de loop van de tijd voorkomt. Als er een hoge mate van consistentie is, kan dit ook op interne attributie wijzen (Aronson, Wilson, Sommers 2022).

Ontevreden toeristen

Een praktijkvoorbeeld van de attributietheorie is de toeristenbranche.Uit recent onderzoek blijkt dat potentiële reizigers meer aandacht besteden aan negatieve online beoordelingen. Oorzaak? Negatieve emoties. Emoties van toeristen kunnen een grote impact hebben op bijvoorbeeld (post-)aankoopgedrag of bepalen of ze terugkomen voor vakantie. Wanneer toeristen zich bijvoorbeeld in verlegenheid gebracht voelen door de taalbarrière kunnen zij dit vertalen naar een interne attributie: “de mensen waren niet aardig en deden geen moeite om met ons te praten”. Ook wanneer zij negatieve ervaringen op sociale media delen, komen deze vaak voort uit interne attributies. Hieruit blijkt dat de attributietheorie een grote rol kan spelen bij het in stand houden van toerisme (Zhang, Prayag, Hanqun, 2021).

Fundamentele attributiefout

Als mens zijn we geneigd om de persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren die gedrag bepalen te overschatten. Maar de rol van externe en situationele factoren onderschatten we juist. Dit heet de fundamentele attributiefout. De neiging om het gedrag van mensen als een weerspiegeling van hun persoonlijkheid te beschouwen. In plaats van een reactie op een situatie.

Het is niet altijd fout om een interne attributie te maken, maar de sociale situatie kan veel invloed hebben op ons gedrag. Interne attributies kunnen hardnekkig zijn. Zelfs als de externe oorzaken voor gedrag overduidelijk zijn, geven we ‘de schuld’ aan die persoon zelf (Aronson, et al., 2022). Dan ontstaan een vertekend beeld en soms zelfs oneerlijke situaties.

 

Bronnen:

  1. Aronson, E., Wilson, T. D., Sommers, S. R. (2022).Sociale Psychologie.
  2. Zhang, Y., Prayag, G., Hanqun, S. (2021). Attribution theory and negative emotions in tourism experiences. Tourism Management Perspectives, 40(100904), 1-12. https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S2211973621001173?via%3Dihub

 

Geschreven door Hester Bastiaanse

Hester werkt als communicatieadviseur én is opnieuw de collegebanken van de universiteit ingestapt. Want ze is na zo'n acht jaar een tweede studie begonnen, jawel... (Klinische) Psychologie! Ze vindt gedrag van mensen het meest interessante dat er is. Van haantjesgedrag in de corporate wereld tot prestaties in de topsport: psychologie is overal te zien, als je goed kijkt. En er zit héél veel onderzoek en wetenschap achter. Super boeiend vindt ze dat!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *