Solomon Asch deed in de jaren vijftig onderzoek naar het conformeren (aanpassen) naar een groepsnorm. Tijdens zijn experimenten vroeg hij zijn participanten om aan te geven welk lijnstuk (A, B of C) even langs was als het voorbeeld dat hij liet zien. Een simpele taak – immers, jij kunt in onderstaande afbeelding toch ook het lijnstuk aanwijzen dat even groot is als het voorbeeld?
Confederates
Echter, door enkele ‘confederates‘ (vertrouwelingen van de onderzoeker) toe te voegen die hun (opzettelijk verkeerde) mening gaven bleken veel participanten hun mening bij te stellen naar deze (foutieve) norm. Maar liefst 75% van de participanten conformeerde zich aan de (foutieve) groepsnorm.
Meerdere varianten
Asch voerde verschillende varianten van zijn onderzoek uit. Hieruit bleek dat;
- als één van de confederates ook het juiste antwoord gaf, de participant ook voor zijn of haar waarneming uit durfde te komen
- anonimiteit ervoor zorgt dat de participant eerder uit durft te komen voor zijn of haar waarneming.
Onderstaand filmpje laat het experiment van Asch nog eens goed zien.
Conclusie
Tot slot een paar overwegingen – want Asch zijn conformiteit-experiment is ook in ons dagelijkse leven erg relevant. Denkt iedereen er in een groep wel eens anders over dan hoe jij erover denkt? Pas je je dan ook aan de groepsnorm aan? Of kom je wel voor je eigen mening uit? Hoe zouden we ervoor kunnen zorgen dat elke mening in een groep gehoord wordt, zonder dat deze beïnvloed is door de mening van anderen?
Bronvermelding: Asch, S. E. (1956). Studies of independence and conformity: A minority of one against a unanimous majority. Psychological Monographs, 70.
1 comments