Wat is jaloezie? Op het eerste gezicht lijkt het een eenvoudige vraag. Toch blijkt het antwoord niet zo eenvoudig. Want ben je jaloers op je partner? Of ben je juist jaloers op die jongen die met jouw meisje staat te praten? En ben je ook jaloers op de buurman met die nieuwe auto?

Het probleem is dat we het woord jaloers vaak gebruiken voor meerdere, verschillende emoties. Allereerst jaloezie zelf. Jaloezie ontstaat als je bang bent om iets kwijt te raken aan een ander. Het is bijvoorbeeld de angst dat je partner er met een ander vandoor gaat dat mensen jaloers maakt.

Een andere emotie die we ook vaak jaloezie noemen is afgunst, wat in het Engels “envy” genoemd wordt. Waar jaloezie ontstaat uit een angst iets te verliezen, bestaat envy juist uit frustratie omdat een ander beter af is dan wijzelf. Het is een negatieve emotie, die niet alleen vervelend aanvoelt, maar ook tot vervelend gedrag kan leiden: afgunstige mensen roddelen meer over de ander, werken minder goed samen, gunnen de ander minder, maar zijn ook bereid zelf geld op te geven als ze daarmee nog meer geld van de ander kunnen vernietigen. Het is niet voor niets dat envy al lang als iets negatiefs wordt gezien; zo is het één van de zeven hoofdzondes in de katholieke traditie. Het beeld van envy, ook in de wetenschap, is daarom heel lang erg negatief geweest.

Zou ‘envy’ ook een positief effect kunnen hebben?

Maar is dat helemaal terecht? Wij voorspelden dat envy ook juist een motivatie kan zijn: het is even balen als een collega een promotie krijgt en jij niet, maar dat kan je ook juist motiveren. Deze vorm van jaloezie is wat we in Nederland benijden noemen. In het Engels worden benijden en afgunst beide aangeduid met envy. Mogelijk is daarom de focus van de wetenschap (waar de voertaal Engels is) toch vaak op het dominante, negatieve beeld van envy komen te liggen, maar recentelijk hebben wij dat met ons onderzoek duidelijk bijgesteld. Enkele voorbeelden uit ons onderzoek:

  • Mensen die zich een situatie herinneren waarin ze iemand benijdden, raken meer gemotiveerd. Zo zijn studenten bijvoorbeeld van plan meer tijd in hun studie te stoppen. Ook presteerden proefpersonen die een ander benijden beter op een intelligentie-test vergeleken met een controle groep, maar ook beter dan een groep proefpersonen die een ander bewonderde voor die intelligentie-test.
  • Ook in consumptiegedrag blijkt envy een duidelijke rol te spelen. Zo zijn mensen die een ander benijden die een mooi product heeft bereid om meer te betalen om zelf ook dat product te krijgen. In onze studies vinden we bijvoorbeeld dat proefpersonen die een ander benijden die een nieuwe iPhone heeft, zelf meer willen betalen om er ook een te krijgen. Afgunst had een heel ander effect: proefpersonen die afgunstig waren op iemand met een iPhone, waren bereid om meer te betalen voor een BlackBerry.

Wat we jaloezie noemen bestaat eigenlijk uit drie verschillende emoties. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, kan het ook een motivationele kracht zijn. Tot slot heeft het ervaren van jaloezie ook een informatie-functie. Jaloezie ontstaat alleen voor dingen die we belangrijk vinden. Als je dus merkt dat je jaloezie ervaart, is dit ook een signaal aan jezelf dat je op dat moment iets belangrijk vindt. Jaloezie is dus geen hoofdzonde, het is juist zonde om te ontkennen dat je de emotie ervaart. Beseffen waar je jaloers van wordt, helpt je om een beter inzicht te krijgen in wat belangrijk is voor je.

Geschreven door Niels van de Ven

Niels van de Ven is onderzoeker en docent aan Tilburg University en is gespecialiseerd in jaloezie.

1 comments

  1. Beste Niels,

    Met veel plezier gelezen dat er meer ‘dwarsdenkers’bestaan zoals ik mezelf ook altijd zie. Ben het er al een half leven over eens dat jalouzie een gezonde bewaker is van het huwelijk van mijn vrouw en mij.
    Zo ben ik er ook al jaren van overtuigd, en heb het in mijn werk vaak gezien en beschreven, dat pesten een belangrijke sociale functie heeft en net als jaloezie toch niet uit ons gedrag te bannen valt. Je kunt er dus beter van leren i.p.v. het enkel als louter negatief te bestempelen.
    Voor deze gedachte een positief podium vinden is me echte nooit gelukt. De anti-pest lobby is daar te groot voor. Voor jonge gedragswetenschappers zou het echter een interessant studieonderwerp kunnen zijn. Mocht u ooit iemand weten die er iets aan heeft dan laat hem maar met mij contact opnemen. Ik heb in elk geval wel wat interessants op papier dat kan dienen als uitgangspunt voor een onderzoek.

    Vriendelijke groeten,
    Bernard de Rooij

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *