Een wereld vol therapeuten…

Niet alleen therapeuten proberen het gedrag van medemensen te verklaren. Iedereen heeft wel eens momenten waarop het eigen gedrag of dat van anderen onder de loep wordt genomen. Om aan de wereld betekenis te geven probeert iedereen verbanden te zien tussen iemands gedrag en de oorzaken van het gedrag. Zo kan je denken dat je buurman je negeerde omdat je de muziek te hard aan had staan de avond ervoor.

We willen immers allemaal graag een reden vinden voor menselijk gedrag. Wat motiveert jouw buurman om straal langs je voorbij te lopen als je hem op straat groet?

Is hij boos omdat je inderdaad veel te hard muziek aan het luisteren was? Lette hij niet op omdat hij een naderende auto moest ontwijken? Hoorde hij je niet omdat hij zelf muziek aan het luisteren was met de oordopjes van zijn iPod diep in zijn gehoorgang?

Voortdurend analyseren wij zo het gedrag van anderen en onszelf. Binnen de sociale psychologie probeert de attributietheorie vat te krijgen op hoe mensen oorzaken aan gedrag toekennen. De Oostenrijkse Amerikaan Fritz Heider kwam in 1958 met twee manieren waarop volgens hem dit attributieproces zich bij mensen voltrekt.

Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen interne en externe attributie:

Van interne attributie is sprake als het gedrag als kenmerkend van de persoon gezien wordt. Er is dan dus een interne motivatie voor het gedrag. Je denkt dan bijvoorbeeld: ‘Mijn buurman negeert mij omdat hij asociaal is’.

Van externe attributie kan je spreken als het gedrag kenmerkend is voor een situatie waarin de persoon handelt. Een uitspraak die je dan over het gedrag van jouw buurman zou doen zou dan kunnen luiden: ‘Mijn buurman negeert mij omdat het geluid van de snel naderende auto te luid was’. Dan ligt de oorzaak van het gedrag buiten de handelende persoon en wordt er dus gebruik gemaakt van externe attributie.

Veel mensen proberen oorzaken van gedrag zo te kiezen dat dit op een aangename wijze past bij het beeld dat zij van zichzelf hebben.

Zo maken mensen bij aangename gebeurtenissen graag gebruik van interne attributie. ‘Ik heb een goed resultaat op deze test behaald omdat ik zo slim ben.’

Bij vervelende gebeurtenissen wordt de oorzaak vaak extern gezocht. ‘Ik heb heel slecht op deze test gescoord omdat de test niet goed in elkaar zat.’

Bij het zoeken naar oorzaken van andermans gedrag hebben veel mensen de neiging dat gedrag te wijten aan factoren die binnen de andere persoon liggen, zoals een bepaalde persoonlijkheid of karaktertrekken. Zelfs als er duidelijke informatie beschikbaar is die laat zien dat de omgeving een grotere rol speelde als aanzet tot het gedrag. Deze denkfout werd door psycholoog Ross in 1977 de fundamentele attributiefout genoemd.

Door het vaststellen van oorzaken van gedrag beïnvloeden mensen dus hun beeld over zichzelf en anderen. Denk hier eens aan bij de volgende keer dat je je buurman ontmoet!

Geschreven door Jelle Bauer

Jelle heeft een Bachelor in de Psychologie behaald aan de Universiteit Utrecht. Daarnaast heeft hij vakken gevolgd van Humanistiek en gaat zich in de toekomst richten op Wijsbegeerte. Naast studeren is hij actief bij de Europese studentenvereniging AEGEE. Jelle schrijft zo nu en dan ook gedichten en houdt van toneel spelen.

1 comments

  1. Gaaf artikel Jelle, je legt het mooi en bondig uit. Enne, ik denk dat jij dit artikel zo goed geschreven hebt, omdat je een goede schrijver bent! Interne attributie, is ’t niet? 😉 Liefs Justine

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *