Hebzucht kan worden beschreven als het verlangen om iets te bezitten/over iets te beschikken wat als mooi/aantrekkelijk wordt ervaren. Hebzucht behoort weliswaar tot een van de zeven zonden, maar het is een aspect waar vrijwel iedereen zich schuldig aan maakt. Het is dan ook heel logisch te verklaren waarom de mens er door gedreven wordt.
Waarom hebzucht?
Evolutionaire verklaring – Als je in het bezit bent van mooiere kleren/spullen dan bijvoorbeeld je studiegenoten, dan ben je interessant voor mensen om een sociale/zaken/liefdes relatie met je aan te gaan. Evolutionair gezien is het logisch dat je meer en beter wil dan anderen, puur om het feit dat je dan betere overlevingskansen hebt.
Waarom gedragen mensen zich dan toch nog sociaal en niet compleet egoïstisch? Door een goed contact met anderen verhoog je je overlevingskansen ook weer. Je hebt andere mensen nodig voor bijvoorbeeld contacten, bronnen, liefde en voor bevestiging van je eigen zelfbeeld. De mens heeft er dus zeker baat bij om hebzucht binnen de perken te houden.
Social comparison – Je vergelijkt jezelf en je eigen positie continu met die van anderen, om je zelfbeeld van jezelf te bepalen. Een paar simpele voorbeelden:
- Je hebt een 7 gehaald voor je tentamen. Is dit hoog of laag? Je vergelijkt met anderen om te bepalen of jij het goed hebt gedaan. Als de rest een 6 heeft, heb je het goed gedaan. Als de rest een 9 heeft, heb je er toch een slechter gevoel bij. Dit is eigenlijk heel vreemd omdat je in beide gevallen toch gelijk gepresteerd hebt.
- Je hebt voor het eerst gezoend op je 15e. Is dit vroeg of laat? Als al je vrienden dat al deden op hun 13e, ben je laat en voel je je misschien onzeker omdat je er niet helemaal bij hoort. Als de rest het pas doet op hun 18e voel je je misschien juist te vrij.
Wat houdt hebzucht in stand?
Verandering referentiepunt – Het feit dat iedereen continu bezig is met “leuk” gevonden willen worden, zorgt ervoor dat de lat steeds hoger komt te liggen gedurende het proces. Vroeger was het bijvoorbeeld al heel bijzonder als je een zwart wit tv kon aanschaffen, nu word je voor gek verklaard als je geen tv in je huis aanwezig hebt. De algemene standaard verandert continu mee.
Het klassieke voorbeeld is de vergelijking met je buren. Je hebt net een auto gekocht, je ben er heel trots op. De week erop staat er ineens een nieuwe auto op de oprit bij je buurman, die net iets luxer en groter is dan die van jou. Ineens ben je een stuk minder blij met je nieuwe aanschaf.
In de loop van je leven ga je steeds meer geld verdienen, en kom je dus steeds met andere mensen in aanraking. Je zoekt mensen of die ongeveer dezelfde levensstijl als jezelf hebben, waardoor de lat ook weer hoger komt te liggen. Je eigen referentiepunt verandert dus mee.
Ervaring – Als je iets aanschaft/bereikt maakt je lichaam een stofje aan, endorfine, waar je je gelukkig door voelt. Als je bijvoorbeeld net nieuwe schoenen hebt gekocht, zorgt dat heel kort voor een verzadigd en fijn gevoel. Daarna heb je weer een nieuwe zelfde ervaring nodig om je opnieuw dat gelijke gelukkige gevoel te bezorgen. Dit alles houdt het continue proces in stand.
Fijne gedachte hè? Toch maar eens tijd om een jaartje te gaan backpacken om van dat materialisme af te komen.
En daar hebben we ook meteen de kern voor shopverslaving te pakken. Endorfineverslaving dus.