Ben jij ook bekend met het gevoel dat als je ergens naar toe gaat, – bijvoorbeeld met de auto, de fiets, of te voet -, dat de terugweg vaak korter lijkt te duren dan de heenweg? Dit ‘terugweg effect‘ was de aanleiding voor een onderzoek in het kader van mijn Bachelor.
Herkenningspunten?
Iedereen weet dat de terugweg in werkelijkheid net zo lang is als de heenweg. Echter, het lijkt vaak alsof de terugweg korter is. Eén van de mogelijke verklaringen van participanten was dat dit kwam door het herkennen van bepaalde punten op de route tijdens de terugweg.
Deze verklaring klinkt erg aannemelijk, maar na een experiment bleek dit niet de reden te zijn. Ik heb dit onderzocht door groepen mensen twee verschillende, maar even lange, routes te laten fietsen naar eenzelfde locatie. Hierin werden twee condities gemeten:
- Dezelfde heen- en terugweg (wel herkenningspunten)
- Een andere heen- en terugweg (geen herkenningspunten)
Na analyse bleken de deelnemers in beide condities de terugweg als korter te ervaren dan de heenweg. De herkenningspunten konden dus worden uitgesloten als verklaring omdat men het terugweg effect ook ervoer als er een andere heen- en terugweg werd gefietst.
Ankeren
Automatisch volgt de vraag wat dan wél een verklaring kan zijn voor dit fenomeen. De heenweg viel over het algemeen tegen ten opzichte van wat men op voorhand had verwacht. Uit verdere analyse bleek dat hoe meer de heenweg tegenviel, hoe meer de terugweg juist meeviel.
Het lijkt er dus op dat het ‘ankeren’ (ofwel ‘anchoring’), door het schaden van een eerdere verwachting, een verklaring is voor het terugweg effect. Wanneer de heenweg tegenvalt ten opzichte van wat je had verwacht, stel je deze eerdere verwachting automatisch bij en verwacht je dat de terugweg ook langer zal duren. De verwachting over de terugweg wordt nog voor vertrek bijgesteld, verwacht wordt dat deze lang zal duren, waardoor de duur meevalt en de terugweg als korter wordt ervaren.
Als je denkt aan de heen- en terugweg van je vakantie is het effect beter te verklaren met ‘anchoring’ dan met het idee van herkenningspunten. Meestal is het zo dat je zin hebt in de vakantie, dus de heenweg kan niet snel genoeg voorbij zijn waardoor deze dus (bijna) altijd tegenvalt. Voor de terugreis vanaf je vakantiebestemming is je verwachting bijgesteld; je verwacht dat ook de terugreis lang zal duren, maar juist door deze verwachting valt de terugreis mee en heb je het gevoel dat de terugweg korter duurt dan de heenweg.
Overige toepassingen
Dit effect is ook toe te passen op het doen van een bepaalde taak. Neem bijvoorbeeld het kijken van een film, die de eerste keer dat je hem zag zo ontzettend lang leek te duren. Wees dus niet bang als je nieuwe date graag die ene ‘saaie’ film samen met jou wil kijken. Waarschijnlijk lijkt het alsof de film de tweede keer korter duurt. Of juist niet, omdat je je nu bewust bent van het achterliggende idee…
Interessant! Ik zat te denken; als anchoring de verklaring is, dan zou de terugweg niet korter moeten lijken als men van te voren de afstand goed inschat.
Hoe kijk jij hier tegen aan?
Ik denk dat het inderdaad zo is dat de terugweg niet korter lijkt als de afstand goed is ingeschat, maar ik denk dat het dan ook belangrijk is dat men ook het gevoel heeft dat het even lang duurt als dat ze hadden ingeschat.
Dat gevoel is misschien nog wel belangrijker dat de daadwerkelijke inschatting.
Uiteraard. Met inschatten bedoelde ik ook het onbewuste proces. Of dat een gevoel of cognitie is, laat ik liever in het midden. Is daar al eens onderzoek naar gedaan; in hoeverre inschatten van reistijd onbewust gaat?
Het klopt inderdaad; als de inschatting beter wordt (qua gevoel) zie je inderdaad dat het terugweg effect verdwijnt.
Het leek zelfs zo te zijn dat als we mensen vertelden dat andere mensen vonden dat een saaie taak lang duurde, de proefpersoon deze taak al korter voelden duren.