Tegenwoordig wordt er steeds meer aandacht besteed aan het feit dat er te snel labels geplakt zouden worden op mensen. Last van een druk kind? ADHD! Sociaal niet zo handig? Autist! Leert makkelijk? Hoogbegaafd!

“Hype” stoornissen hebben altijd bestaan. ADHD, autisme, borderline en hoogbegaafdheid staan er tegenwoordig om bekend dat ze snel worden gebruikt om storend en opvallend gedrag van kinderen/mensen te verklaren. Dit is geen goede ontwikkeling omdat de personen aan wie de diagnose werkelijk toebehoort minder serieus worden genomen.

Bevrijding of belemmering?

Veel mensen worstelen al jaren met problemen of vervelende verschijnselen zonder enige diagnose. Een etiketje kan een vorm van erkenning  betekenen. Zodra er een diagnose is gesteld is er een mogelijkheid tot speciale begeleiding en hulp waardoor er beter rekening met ‘alles’ gehouden kan worden. Gedragingen kunnen beter geplaatst, waardoor minder frustraties optreden. Het kan dus een hele bevrijding als eindelijk bekend is wat er met je aan de hand is na lange jaren van onduidelijkheid.

Toch zijn veel mensen bang voor een label(tje). Zo zijn er mensen die niet willen dat anderen weten wat er “anders” aan hen is. Ze worden daar hun ‘label’ misschien minder serieus genomen op hun werk of in hun sociale leven. Mogelijk vinden werkgevers je minder geschikt voor een bepaalde baan, hoewel je prima met je “eigenaardigheden” weet om te gaan.

Gebruik of misbruik? 

Naar mijn mening zat het Nederlandse systeem dusdanig in elkaar dat iedereen genoeg kansen kreeg om ergens te kunnen komen, ook als je een labeltje hebt. Zo wordt er in het onderwijs vaak wél rekening gehouden met tijd en/of mogelijk uitstel. Helaas denkt het huidige kabinet dit soort problemen liever weg, door te bezuinigen op gepaste begeleiding in het onderwijs.

Echter, in mijn leven ben ik óók mensen tegengekomen die hun labeltje misbruiken. Een medestudente had niet genoeg vakken gehaald om door te mogen met haar studie: dus dan maar faalangst faken bij de decaan. Een ander wist borderline te faken, zodat ze de hele dag thuis kon zitten, jointjes rokend van de honderden euro’s die ze toegestopt kreeg. Dit soort gevallen vind ik dus gewoonweg triest, los van het feit dat het kansen wegneemt voor mensen die de steun wel echt nodig hebben.

Ben ik “normaal”?

Nu heb ik geen labeltje: ik slaap goed, genoeg energie, af en toe wel eens chagrijnig maar niet dagen achtereen ongelukkig, ik heb een sociaal leven, kan goed leren. Wat is er mis met mij, er moet toch iets zijn? Alcoholprobleem? Niet houden van alleen zijn?

Het begrip “normaal” is lastig te definiëren, immers, iedereen heeft wel één eigenschap die afwijkt van het gemiddelde. Wat te doen als je jezelf  “normaal” vindt? Hoe wordt daartegen aangekeken? Het huidige onderwijssysteem is ‘onwijs fan’ van zelfreflectie.  Ik kan me wel een paar vakken/situaties herinneren dat iemand als ongevoelig en oppervlakkig werd bestempeld, terwijl er niks op aan te merken viel.

Ik ga voorlopig ‘gewoon’ door met mijn  eigen zelfreflectie. Levenservaring opbouwen heet dat!

Geschreven door Suzanne Dirne

Suzanne is een zesdejaars student aan de Universiteit van Tilburg. Onlangs heeft ze haar Bachelor Psychologie afgerond en volgt nu een Master Bedrijfscommunicatie en Digitale Media. Daarnaast houdt ze zich bezig met zaken waarin ze haar creativiteit kwijt kan zoals schilderen, grafisch ontwerp en het geven van workshops. Kijk voor haar portfolio op: www.suzannedirne.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *