Daar zit je dan… verslagen in de kroeg met een dood biertje in je hand. We liggen eruit, Nederland heeft zonet weer een wedstrijd verloren. De vlaggetjes kunnen van de muur, de Oranje-items in de kast… morgen dus toch gewoon op tijd naar het werk. Ondanks dat vele managers blij zijn dat hun werknemers fris op kantoor verschijnen, is de rest van Nederland in rouwstemming: we hebben verloren! En verliezen, dat was geen optie! Na het eerste verdriet gaan dan toch bij sommigen de gedachten richting de spelers, topsporters die beseffen wat er gebeurd is. Hoe zouden zij zich voelen op dit moment?
Fenomeen verliezen
Iedere topsporter is op zijn of haar manier altijd ervaringsdeskundige op het gebied van verliezen. Verliezen is namelijk onlosmakelijk verbonden met de competitieve sport. Zonder verlies geen winst, en zonder verlies dus geen sport… Ondanks dat het logisch klinkt, wordt er binnen de psychologie en met name de sportpsychologie maar bar weinig aandacht besteed aan het fenomeen verliezen.
Je hoort vaak filosofen en bekende Nederlanders de zin wel uitspreken: mens durf te falen! Jazeker… zolang je tenminste niet betaald wordt om te winnen! In sport blijkt het nog altijd een taboe, en zelfs sportpsychologen schrijven er niet al te uitgebreid over… verliezen. Topsporters hoeven volgens critici namelijk maar één ding te doen, en dat is winnen.
Concentratie?
In combinatie met verlies, wordt vaak het woord concentratie genoemd. Zo ook in alle voetbalprogramma’s de afgelopen dagen. De concentratie van de spelers was niet goed, waardoor ze ‘doelloos’ gingen spelen.
Robert Nideffer heeft hier meer aandacht aan besteed en een omvattend model ontwikkeld rondom het begrip concentratie in de sport, genaamd het aandachtsmodel (1976). Hij categoriseert aandacht in twee sleutelelementen: intern en extern. Deze elementen zijn vervolgens weer te verdelen in een brede en een smalle focus.
Concentratie op het veld!
Oké denk je nu, en wat heeft dat te maken met een sport als bijvoorbeeld voetbal? Nou, externe focus betekent de omgeving waarin de sporter opereert (het doel, het veld, de bal) en intern verwijst naar processen zich afspelend in de sporter zelf (gedachten, gevoelens, humeur, etc.). Hierbij kan een sporter erg gericht zijn op aanwijzingen uit de omgeving, of meer op aanwijzingen uit zichzelf.
Nideffer stelt dan ook dat de meeste concentratieproblemen in sport (zo ook bij voetbal) lijken te ontstaan doordat sporters falen in het richten van de aandacht op de juiste aanwijzingen (intern of extern), of doordat ze afgeleid worden door de verkeerde aanwijzing (intern of extern). Voetballers die teveel opgeslokt worden door hun eigen gedachten over de uitkomst van de wedstrijd bijvoorbeeld, of spelers die hun medespelers niet meer in de gaten houden door een te smalle focus op het veld.
Is training mogelijk?
Ja het is zeker mogelijk om concentratie te trainen. Naast dat coaches dit intens trainen op het veld, kan het zelfs thuis; in een omgeving zonder enige voetbalelementen. Hier zijn allerlei tools door psychologen voor ontwikkeld zoals bewustzijnsoefeningen, meditatie en passief denken.
Leren om de focus op de juiste momenten smal of breed te ontwikkelen. Klinkt gemakkelijker dan gedacht? Afgelopen weken hebben we maar weer gezien hoe moeilijk het is. Maar ondanks dat het bij de sportwereld hoort, het meest moeilijke is misschien op dit moment nog wel… de acceptatie van het verlies.
Sterkte Nederland, namens het PsyBlog-team.
Mooi stuk Inge!
Ben nog benieuwd naar het stukje ‘onze’ uitschakeling. Was er niet een theorie die stelt dat je jezelf identificeert met winnaars (basking in reflecteer glory), maar zo snel mogelijk ‘weg’ bent op het moment dat je verloren hebt?
Het is dan volgens mij niet meer ‘ons’ verlies, maar ‘hun’ verlies!
Interessant Inge! Je zou denken dat juist net iedereen gefocust is op verliezen.
Ik hoorde laatst op de radio ook een discussie over oa. verliezen in topsport. De spreker beweerde dat veel topsporters zich onderscheiden van andere sporters doordat ze een angst hebben voor verliezen. Hierdoor zouden ze meer risico’s durven nemen, die nodig zijn om veel sporten te kunnen winnen (baanwielrennen werd als voorbeeld genoemd). Maar dit lijkt me dan weer minder van toepassing op voetbal.