Als ik een paar koppen koffie op heb, gedraag ik me anders dan wanneer dat ik niet heb. Dit is niet gek: koffie bevat cafeïne en cafeïne is een psychoactieve stof. Ik drink pas sinds een paar jaar koffie en was me daarvoor niet bewust van de psychische effecten ervan. Nu ik het zelf wel met enige regelmaat nuttig, doe ik dat inmiddels vooral vanwege de mentale effecten ervan. Zijnde relatief nieuw op het gebied van koffie, maar gezien mijn leeftijd vrij goed bekend met geestelijke effecten van andere consumptiemiddelen zoals alcohol en THC, schaar ik koffie onder hetzelfde label als deze stoffen: psychoactief.

Het verschil met bijvoorbeeld alcohol is qua verandering van mezelf en mijn belevingswereld slechts gradueel en kwantitatief; niet kwalitatief: er is sprake van een “mind-altering continuum” (Suddendorf 2013, 223). Als ik deze gedachtegang met anderen deel, krijg ik voornamelijk verbaasde en soms zelfs aangevallen reacties: mensen maken bezwaar tegen deze ordening van zaken (ontologie). Dat cafeïne ook psychoactief is, en dus je gedrag verandert, is iets wat veel mensen niet lijken te willen inzien. Ik denk daarentegen dat een rigide scheiding tussen situaties waarin je wel en niet onder invloed bent van psychoactieve werkingen van stoffen of activiteiten onwenselijk is.

‘Onder invloed?’
16515687732_8e723ddb18_m

In onze dagelijkse praktijk hanteren we een duidelijk onderscheid tussen wanneer iemand wel en wanneer iemand niet ‘onder invloed‘ is. Als iemand aan zijn partner vraagt of ze (of hij) met hem wil trouwen, maar deze vraag voorafgegaan wordt door de mededeling dat hij toch wel een krat bier op heeft, zal het huwelijksaanzoek waarschijnlijk niet serieus worden genomen door degene aan wie het gericht is. Dit niet-serieus-nemen is op zich een vanzelfsprekende beslissing. Hoe zit het als degene die het aanzoek doet bekent vijf koppen koffie of wat joints achter de kiezen te hebben? Of net een aantal uur gemediteerd heeft? Het onderscheid wordt dan al minder voor de hand liggend.

‘Mind-altering practices’

Schermafbeelding 2015-12-30 om 12.42.48Het laatste voorbeeld moet ik uitleggen. Dat er ‘mind-altering’ consumpties zijn is bekend (veronderstel ik). Maar, er zijn ook veel ‘mind-altering practices’. Uit veel studies blijkt bijvoorbeeld dat mediteren jezelf en je belevingswereld verandert. Net zoals weinig slaap. En nog honderden andere dingen. De redenering “Je bent jezelf niet, want je hebt gedronken”, veronderstelt het bestaan van een soort invloedsvrije staat waarin we, volledig vrij van geestveranderende invloeden, volledig onszelf zijn, maar waar we uit raken als we bijvoorbeeld alcohol consumeren (of al twee nachten niet geslapen hebben, om wat te noemen). Er zijn zoveel psychoactieve gedragingen, dat ik betwijfel of een dergelijke neutrale, ‘default state’ bestaat. Het is dus onzin om te zeggen: “Je bent jezelf niet, want je bent onder invloed”, want je bent altijd onder invloed. We moeten hier dus niet denken in een rigide scheiding, want dat doet geen recht aan de werkelijkheid. Er is eerder sprake van een continuüm.

‘Te veel onder inlvoed zijn

‘Niet jezelf zijn’ is dan eerder een kwestie van te veel onder invloed zijn, waardoor we morele verantwoordelijkheid ontzeggen of een huwelijksaanzoek niet serieus nemen*. Denken in een rigide scheiding van ‘wel onder invloed’ en ‘niet onder invloed’ is onjuist, omdat er heel veel geestveranderende gedragingen en consumpties zijn waardoor we constant onder invloed staan: een rigide scheiding heeft de neiging om veel van zulke invloeden te ontkennen (zoals bijvoorbeeld die van cafeïne en meditatie).

De beslissing om het huwelijksaanzoek in zulke gevallen al dan niet serieus te nemen zal ook afhangen van de contingente meningen van de ontvanger ervan: sommige mensen denken dat door zulke consumpties of praktijken juist het “ware zelf” bovenkomt, terwijl anderen denken dat je dan juist “niet jezelf” bent.

Geschreven door Maarten van Doorn

Maarten is 21 jaar en studeert op het moment 'Wijsbegeerte van de Gedragswetenschappen' aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na zijn bachelor Psychologie in Tilburg zocht hij wat meer verdieping in zijn intellectuele dagbesteding, vandaar de keuze voor filosofie. Een filosoof stelt veel vragen. Maarten is erg breed geïnteresseerd, maar stelt zijn meeste vragen op het gebied van geluk, ethiek en onderzoek.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *