De opkomst van personal trainers voor de gewone sterveling en aan sport gewijde tijdschriften en apps. We kunnen er niet meer omheen: sporten draagt bij aan een gezonde leefstijl. Al decennialang laat onderzoek na onderzoek zien dat sporten het risico op allerlei medische problemen kan verlagen, zoals een te hoge bloeddruk, obesitas en hart- en vaatziekten. De laatste jaren is er groeiende aandacht voor de voordelen van sporten voor het brein en geestelijke gezondheid. Steeds meer wetenschappelijk onderzoekers zijn het erover eens: fysieke activiteit draagt bij aan een gezond brein.

Het lerende brein

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: uit meerdere studies blijkt een positieve samenhang tussen fysieke activiteit, leren en schoolse prestaties in jonge kinderen. Onderzoek bij studenten heeft laten zien dat het leren van woordjes een stuk makkelijker gaat na intensief rennen. Ook studies bij volwassenen en ouderen laten een relatie zien tussen regelmatige beweging en betere prestaties op geheugentaken. Bij een aangetoonde relatie moet je natuurlijk voorzichtig zijn met het leggen van oorzakelijke verbanden. Studies die gebruik maken van beeldvorming van de hersenen (zoals MRI) laten zien dat een hersengebied dat belangrijk is voor leren en het (lange termijn) geheugen, namelijk het temporale gebied, groter en actiever is bij volwassenen en ouderen met een actieve leefstijl in vergelijking met mensen die relatief minder bewegen. Specifiek blijkt nog uit verschillende dierstudies dat intensieve beweging bijdraagt aan de vorming van nieuwe hersencellen in de hippocampus, een specifiek gebied binnen de temporale cortex die als medeverantwoordelijke wordt gezien van leren en het (lange termijn) geheugen. Ook blijkt dat beweging bijdraagt aan de plasticiteit in dit hersengebied en aan lange termijn potentiering, een zeer belangrijk proces voor leren, geheugen maar ook neurale plasticiteit in het algemeen.
Verder zijn er enkele studies die een effect aantonen van fysieke activiteit op reactiesnelheid, concentratievermogen en snelheid van informatieverwerking, allemaal processen die bij kunnen dragen aan goed kunnen leren en onthouden van nieuwe informatie.

Het ouder wordende brein

Hoewel de onderzoeken op dit onderwerp nog relatief schaars zijn kan uit bovenstaande informatie voorzichtig geconcludeerd worden dat regelmatige fysieke activiteit een rol speelt in verschillende cognitieve processen (waaronder geheugen). Als mensen ouder worden, wordt hun brein ouder en kunnen cognitieve functies achteruit gaan. Meestal is dit normaal, maar er kan ook sprake zijn van bijvoorbeeld dementie. Zou regelmatige beweging kunnen beschermen tegen dementie? Prospectieve onderzoeken, waarbij mensen jaren- tot decennialang worden gevolgd, suggereren van wel. Ondanks methodologische verschillen (bijvoorbeeld type activiteit, specifieke cognitieve taken) blijkt uit deze onderzoeken dat regelmatige matig tot intensieve beweging gepaard gaat met een lager risico op cognitieve achteruitgang. Ook blijkt dat een bewegingsinterventie bij ouderen met milde cognitieve klachten bijdraagt aan minder cognitieve klachten in vergelijking met voor de start van de interventie en een controlegroep. MRI-onderzoek laat zien dat intensieve regelmatige beweging voorspellend is voor het hersenvolume tot wel 9 jaar later, in het bijzonder wat betreft de frontale cortex (belangrijk voor bijvoorbeeld planningsvermogen) en de hippocampus. Bij dementerende ouderen blijkt een bewegingsprogramma effectief voor het lichamelijk functioneren en algemene levenskwaliteit, maar er is nog te weinig onderzoek om iets te kunnen zeggen over of sporten het dementie proces kan vertragen.

Het gelukkige en ontspannen brein

Er wordt ook steeds meer onderzoek gedaan naar de effecten van fysieke activiteit op neurotransmitters (=chemische boodschappers) in het brein. De beroemde ‘jogger’s high’ heeft te maken met het vrijkomen van endorfine, een stofje met een vergelijkbaar effect als opioïde middelen.
Verder is er groeiend bewijs voor een invloed van sporten op serotonine, een neurotransmitter die vaak in verband gebracht wordt met een gevoel van geluk en het risico op depressie. Antidepressiva werken onder andere in op het serotoninesysteem. Uit een studie bij mensen blijkt nu dat sporten een vergelijkbaar effect heeft. Het verhoogt namelijk een specifiek enzym (tryptofaan hydroxylase) die een belangrijke rol speelt in het serotoninesysteem.
Regelmatige intensieve lichamelijke activiteit heeft een gunstig effect op herstel na een depressie en andersom blijkt dat mensen die veel bewegen minder vaak depressieve klachten hebben dan mensen die weinig bewegen.
Ook blijkt uit dierstudies dat intensieve beweging de effecten van stress op het brein (namelijk een verhoging van stresshormonen zoals corticosteroïden) tegen kan gaan en fysiologische symptomen van stress kan verminderen.
Concluderend wil ik nog benadrukken dat, ondanks de opkomst van studies naar het effect van sporten op het brein, de resultaten nog niet helemaal eenduidig zijn. Dat heeft niet alleen te maken met het aantal studies (zoals altijd nog steeds te weinig, zeker wat betreft neurologische aandoeningen zoals dementie) maar ook met verschillen tussen de studies. Ik geloof wel dat regelmatige beweging veel voordelen biedt voor zowel lichaam en psyche, ongeacht het onderliggende mechanisme. Maar het belangrijkste is nog altijd dat je iets kiest wat je leuk vindt. Welk type sport/beweging vind jij het leukst?

brain-954817_1920

Bronvermelding:

Cotman, C.W., Berchtold, N.C., & Christie, L. (2007). Exercise builds brain health: key roles of growth factor cascades and inflammation. Trends in Neurosciences, 30 (9), 464-472.

Deslandes, A., Moraes, H., Ferreira, C., Veiga, H., Silveira, H., Mouta, S., Pompeu, F.A.M.S., Coutinho, E.S.F., & Laks, J. (2009). Exercise and mental health: many reasons to move. Neuropsychobiology, 59, 191-198.

Lautenschlager, N.T., Cox, K., & Cyarto, E.V. (2012). The influence of exercise on brain aging and dementia. Biochimica et Biophysica Acta, 1822, 474-481.

Ploughman, M. (2008). Exercise is brain food: the effects of physical activity on cognitive function. Developmental Neurorehabilitation, 11 (3), 236-240.

van Praag, H. (2009). Exercise and the brain: something to chew on. Trends in Neurosciences, 32 (5), 283-290.

 

 

Geschreven door Maria Karabatzakis

Maria Karabatzakis heeft in 2013 de bachelor Psychologie en Gezondheid afgerond aan de Universiteit van Tilburg en in 2015 de master Medische Psychologie. Medische Psychologie is een breed vakgebied waarin de relatie tussen lichamelijke gezondheid en psychisch welbevinden centraal staat. Binnen deze master heeft ze gekozen voor het accent neuropsychologie vanwege interesse in de relatie tussen hersenen en gedrag. Momenteel promoveert ze op de PIT-studie met als doel om een psychosociale screeningslijst te ontwikkelen voor ongevalspatiënten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *