Waarschijnlijk keken een aantal van jullie vanochtend raar op: Minder ‘gekke’ Nederlanders vanaf 2017. Niet omdat er wat zou veranderen aan de mensen zelf, maar aan de diagnostiek. PsyBlog ging natuurlijk mee met de 1 april hype en bedacht dat er een speciale Nederlandse versie zou komen van de DSM-V. Hierdoor zou het aantal Nederlanders met een psychische aandoening of stoornis verlaagd worden van 45% naar 10%. Te gek voor woorden zou je zeggen.. Maar is dat wel zo?
De laatste jaren is er in ons land steeds meer sprake van een stickertjescultuur. Dit begint al bij jonge kinderen op de basis- en middelbare school. Tientallen jaren geleden was het bijzonder als je één klasgenootje had met Autisme, ADHD of Dyslexie. Dat in 2015 bijna de helft van de mensen de diagnose van een psychische aandoening heeft, wil zeggen dat in een klas meer dan één ‘bijzonder’ kind zit. Is het zo dat we beter kunnen diagnostiseren dan vroeger? Of stellen we sneller een diagnose omdat dit bijvoorbeeld voor scholen en de zorgverzekering beter uitkomt?
In dit artikel wil ik geen antwoord geven op deze vragen. Dat kan ik ook niet, want ik weet het antwoord niet. Wel wil ik ingaan op het ‘gevaar’ van een stempel, label, stickertje of gewoon de diagnose die een psycholoog of psychiater stelt. In het artikel van vanochtend werd hij al even genoemd: de Self-Fulfilling Prophecy. Dit houdt in dat je gedrag beïnvloed wordt door de verwachtingen die jij en anderen van jezelf hebben.
Ik heb dit zelf altijd een van de meest boeiende theorieën van de psychologie gevonden omdat deze op zoveel manieren is toe te passen. Ondanks dat ik mezelf bewust ben van dit fenomeen betrap ik mezelf er ook vaak op dat ik me ga gedragen naar de verwachtingen en voorspellingen die ik over mezelf heb. Dit kan natuurlijk positief uitpakken: Je verwacht dat je de beste van de klas bent en gaat je gedrag hierop aanpassen zodat je ook daadwerkelijk het hoogste cijfer haalt. Maar je kunt hierdoor ook in een negatieve spiraal terecht komen.
Bij mensen die een diagnose krijgen van welke aandoening dan ook merk ik vaak dat ze na de diagnose veel sterker het gedrag vertonen dat bij de aandoening hoort. Hierdoor worden de verwachtingen van de symptomen hoger en wordt het gedrag nog sterker vertoond. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Mensen voelen een soort opluchting waardoor ze zich eindelijk kunnen gedragen zoals ze zijn, zonder zich in te houden. Maar het kan ook een voorbeeld zijn van een self-fulfilling prophecy wat betekent dat ze zonder de diagnose überhaupt minder klachten zouden hebben gehad.
Ik heb zelf een achtergrond in de psychologie en ik zou de laatste zijn om te zeggen dat het slecht is om mensen te onderzoeken om vervolgens een diagnose te stellen en ze te kunnen behandelen voor hun aandoening. Wel merk ik steeds vaker op dat mensen hun labeltje als excuus gebruiken voor bepaalde gebeurtenissen, in plaats van eraan te werken. Ik vraag jullie toch om hierover eens na te denken. Zouden er minder klachten zijn wanneer mensen geen stickertje opgeplakt zou worden? Ik ben benieuwd naar jullie mening!
Ik denk dat de toename komt door de hoge eisen die wij aan onszelf en aan elkaar stellen, op gebied van school en werk, maar ook op andere gebieden. Ook speelt mee dat mensen (negatieve) gevoelens van zichzelf, en van de ander, zoals boosheid en verdriet, niet meer echt accepteren. Er moet aan gewerkt worden, de wereld is maakbaar en het leven mooi. Zo niet: eigen schuld, doe er wat aan. Het kan, dus het moet. Er zijn pillen voor of je kunt met iemand praten en aan je problemen werken. Gewoon met je ‘problemen’ leren leven, wachten tot het leed geleden is, lijkt niet echt een optie meer. Een psychisch probleem wordt simpelweg eerder als een probleem ervaren (naast dat er naar mijn idee door alle maatschappelijke eisen ook daadwerkelijk meer psychisch leed is).
Daarbij is het ook ‘gewoner’ geworden om hulp te vragen en naar de psych te stappen, wat ook de vraag verhoogd heeft. Dit laatste zie ik overigens als een positief iets, want psychische problemen kunnen je het leven behoorlijk zuur maken.
Kortom: ik geloof er geen snars van dat klachten veroorzaakt zouden worden door stickertjes. Wel mogen de stickertjes van mij zo snel mogelijk los gelaten worden, eenmaal in behandeling, want dan is het een persoon waar je mee te maken hebt en niet een diagnose, label of sticker. Als psycholoog of psychiater moet je er mensen ook op wijzen dat de gebruikte termen slechts statistische vergaarbakken zijn om de verzekering tevreden te stellen cq om evt. onderzoek te doen, maar dat ze weinig tot niets te maken hebben met de patiënt in kwestie. Misschien kan wat dat betreft goede voorlichting door de zorgverlener die zgn. ‘self fullfilling prophecy ‘ (is dat bewezen?) voorkomen?
Hoi!
Om te beginnen, wat schrijf je leuk, toegankelijk en begrijpelijk!
Verder snap ik dat je geen antwoord kan of wil geven, een standpunt wat ik zeker ook deel. Als toevoeging zou ik een andere kant willen geven. En dat is de maatschappij en al zijn (snelle) veranderingen.
Ik denk dat de eisen die wij stellen aan de mensen niet meer stroken met de verwachtingen en mogelijkheden die de maatschappij ons geeft, ‘choice overload’ aka keuze stress en FOMO. Er zijn namelijk ook overschotten, aan suikers, keuzes, informatie, meningen, sociale media.. Al deze factoren zijn denk ik niet mee te nemen in een DSM, maar horen wel bij hoe iemand momenteel gevormd wordt. Dus ik denk dat in plaats van naar de gevolgen (gebrek aan concentratie, teveelheid aan energie etc.) zou men meer moeten kijken naar de mogelijke oorzaken en dat meer te beteugelen met of zonder er een stempel op te plakken.
Bijvoorbeeld: http://qz.com/704723/to-be-more-self-reliant-children-need-boring-summers/
Nou, succes verder!