Het digitale tijdperk waarin we tegenwoordig leven, overrompelt ons aan de ene kant met een enorme hoeveelheid informatie, maar brengt aan de andere kant ook een bepaalde gemakzucht met zich mee. Waar je vroeger voor je spreekbeurt over vulkanen naar de plaatselijke bibliotheek moest racen om daar een aantal uren boeken te verslinden, heb je tegenwoordig met behulp van een zoekmachine zoals Google binnen 0.56 seconden zo’n 11.700 resultaten op de vraag wat een stratovulkaan precies is. Hoewel toegang tot het wereldwijde web ons leven dus soms een stukje makkelijker maakt, lijkt de opkomst van de digitale zoekmachine niet altijd over rozen te gaan: onderzoekers introduceren namelijk het Google Effect: de neiging om informatie snel te vergeten als het gemakkelijk online vindbaar is.
Het Google Effect
Het Google Effect – ook wel digital amnesia genoemd – werd in 2011 bedacht en onderzocht door drie onderzoekers aan de Colombia University. Het idee achter het fenomeen is dat wij het internet met zijn zoekmachines steeds meer gaan gebruiken als een soort extern geheugen, waar we altijd en overal toegang toe hebben. Doordat het antwoord op brandende vragen vaak maar één of twee muisklikken van ons verwijderd is, worden we eigenlijk een beetje lui en doen we geen moeite meer om de informatie ook daadwerkelijk op te slaan in ons échte geheugen.
De onderzoekers probeerden het Google Effect boven water te brengen met een viertal onderzoeken uitgevoerd op studenten. Uit de resultaten van deze onderzoeken concludeerden zij het volgende:
- Als mensen een lastige vraag gesteld krijgen, zijn ze sneller geneigd aan een computer te denken.
- Als mensen verwachten dat ze in de toekomst toegang hebben tot informatie (zoals iets opzoeken met Google), vergeten ze deze informatie sneller dan wanneer deze toegang beperkt is (je leest iets in een boek uit de bieb).
- Mensen zijn geneigd beter te onthouden wáár bepaalde informatie staat, in plaats van echt de inhoud op te slaan in hun geheugen.
Aanpassing in ons geheugen
Deze resultaten laten volgens de onderzoekers zien dat ons geheugen zich aanpast aan de de continu vernieuwende en veranderende technologieën waar we tegenwoordig aan worden blootgesteld. We groeien als het ware mee in deze verbonden systemen, dat ons aan de ene kant de kans geeft om toegang te hebben tot een enorme hoeveelheid aan informatie. De keerzijde van de medaille is echter wel, dat we hierdoor zeer afhankelijk worden van onze computer en alle andere digitale gadgets en snufjes. We vertrouwen tegenwoordig bijvoorbeeld zo zeer op onze smartphone, dat we geen moeite meer doen om een telefoonnummer te onthouden. Maar wat nou als je appeltje besluit ermee op te houden en alle nummers verloren gaan? Een ander voorbeeld is het gemak van de vriendelijke, Belgische TomTom mevrouw die je de weg wijst naar Frankrijk. Als zij zelf besluit met vakantie te gaan, zal je toch echt de landkaart tevoorschijn moeten halen. En wees nou eerlijk: wie leest er tegenwoordig nog een kaart?
Mogelijkheden
Hoewel ik nu misschien een beetje pessimistisch klink, is mijn doel niet om een geniale uitvinding zoals het internet compleet de grond in te boren. Dit digitale tijdperk geeft ons een enorme hoeveelheid aan mogelijkheden, waar men 50 jaar geleden alleen nog maar van kon dromen. Als je morgen besluit op de bonnefooi naar Zuid-Afrika te vertrekken, heb je binnen vijf minuten je vliegticket geboekt. Wil je je nieuwe meesterwerk showen en wellicht verkopen? Instagram helpt je een handje en deelt dit met al je volgers. Het enige waarmee we moeten uitkijken, is dat we niet te lui en afhankelijk worden. Sla af en toe nog eens een boek open, neem rustig de tijd om een interessant artikel te lezen, of probeer zelf de weg te vinden in de wirwar van straatjes in Frankrijk. Zo houd je je brein vitaal, zal interessante informatie hier beter opgeslagen blijven en blijft Google simpelweg de online zoekmachine (en niet meer!) die hij altijd was.
Wil je meer lezen over het onderzoek naar het Google Effect? Het artikel vind je hier.