Kijk eens om je heen. Je ziet het overal. Heel veel mensen, en dan vooral heel veel jongeren, kijken tegenwoordig maar naar beneden, naar hun smartphone. Elk moment van de dag moeten we even snel op onze telefoon kijken. Stel je voor: misschien heeft iemand je wel een appje gestuurd die je nog niet hebt gelezen, dat zou toch wat zijn! Maar zijn we echt verslaafd, of niet?

Telefoonverslaafd

Wetenschappelijk onderzoek naar telefoonverslaving is nog niet veel gedaan, maar enquêtes laten zien dat veel Nederlanders behoorlijk verknocht zijn aan hun telefoon. De helft kijkt meer dan tien keer per uur op zijn telefoon: dat is een keer per zes minuten. Een kwart checkt zelfs tussen de tien en twintig keer per uur zijn telefoon. Vrijwel alle jongeren gebruiken wel eens sociale media, zoals Facebook, Whatsapp, Instagram, Skype of YouTube (op de telefoon). Ruim 20 procent spendeert hier gemiddeld minder dan een uur per dag aan, een kleine meerderheid doet dit 1 tot 3 uur per dag, 20 procent 3 tot 5 uur, en 8 procent is hier dagelijks 5 uur of langer mee bezig. Minderjarigen zitten langer op sociale media dan 18+ jongeren, meisjes zijn meer met sociale media bezig dan jongens (en hebben ook meer last van sociale media dan jongens). Hoogopgeleide gebruikers besteden juist minder tijd aan sociale media.

De angst om iets te missen

De term ‘telefoonverslaving’ is geen wetenschappelijke term, maar geeft meer een verschijnsel weer van de afgelopen jaren. Er wordt mee bedoeld dat veel mensen steeds meer bezig zijn met hun mobiele telefoon en in paniek raken wanneer ze deze niet bij zich hebben. Men spreekt hierbij ook wel van ‘nomofobie’, de angst voor het niet continu bereikbaar zijn via een mobiele telefoon of het kwijtraken van hun telefoon. Ook de term ‘infobesitas’ wordt eraan gerelateerd; de overvloed aan informatie die tegenwoordig beschikbaar is en de behoefte om alsmaar meer informatie te willen hebben. Het fenomeen dat hier aan ten grondslag ligt is de ‘fear of missing out’ (FOMO), de angst om allerlei dingen te missen. De angst om iets te missen is niet iets nieuws, maar het lijkt erop dat sociale media voor deze mensen erg aantrekkelijk zijn. Dit komt doordat sociale media gebruikt worden om te kunnen bijhouden wat anderen doen. Sociale media lijken het leven van het merendeel van de jongeren derhalve niet te beheersen. Vrijwel alle jongeren hebben liever face-to-face contact dan contact via sociale media. Dat blijkt ook uit cijfers van het CBS. Slechts twee zorginstellingen maken melding van een enkele cliënten met problemen met social media. Verslaving aan sociale media lijkt daarmee binnen de Nederlandse verslavingszorg slechts sporadisch voor te komen.

Een echte verslaving, of toch niet?

Maar hoe komt het nou eigenlijk dat we zo vaak op onze telefoon kijken? Vervelen we ons? Hebben we dit überhaupt zelf in de hand of kunnen we niks tegen deze verslaving doen? Want verslaafd, dat zijn we. Toch?
Steeds meer gedragingen worden verslavend genoemd. Vaak begint dit bij leken of in de media (bijv. infobesitas, facebookverslaving) en het is moeilijk te bepalen waar de grens tussen morele paniek en een ontwrichtende geestelijke aandoening ligt. De gemene deler voor dit soort nieuwe gedragsverslavingen is in ieder geval duidelijk: het gedrag komt regelmatig voor, is moeilijk onder controle te houden en hangt samen met sterk negatieve uitkomsten. Zonder de negatieve consequenties zou elk repetitief gedrag, bijvoorbeeld ademen, immers verslavend zijn. Uit deze startdefinitie volgen echter een aantal belangrijke vragen: als gedrag lijkt op verslaving door zijn hardnekkig karakter en negatieve gevolgen, is dit dan voldoende om te spreken van een ‘echte’ verslaving zoals bij een alcohol- en drugsverslaving? Is het label verslaving überhaupt van toepassing op dit soort gedrag? Hoe sterk lijkt het gedrag van cliënten op middelgebonden verslavingsgedrag?

Het denken over verslaving is echter aan het veranderen. Zo bevat het psychiatrische handboek DSM-5 nu een hoofdstuk ‘Middelengerelateerde en verslavingsstoornissen’ waarin ook plaats gemaakt is voor gokstoornis als een niet-middelgebonden verslaving. Internet-gameverslaving is opgenomen in een appendix, maar is nog niet geaccepteerd als officiële stoornis omdat er nog onvoldoende bewijs voor is.

Waarom is je telefoon zo verslavend?

Eén van de redenen waarom onze telefoon zo verslavend is, is omdat het instant gratification geeft. Je hebt hem altijd bij de hand, en elke keer als je er op kijkt en een nieuwe berichtje leest, wordt er een stofje geactiveerd, dat hetzelfde effect geeft als het nemen van drugs. Het geluid van een melding leidt tot het direct pakken van de telefoon om het bericht te bekijken en te beantwoorden. Door dit steeds terugkerende gedragspatroon raken jongeren geconditioneerd en wordt het patroon van onmiddellijk reageren op een bericht steeds sterker. Jongeren lijken erg gevoelig voor deze stimuli omdat hun hersenen nog niet volledig ontwikkeld zijn. Het rationele brein, het maken van beslissingen en plannen, ontwikkelt zich minder snel dan het emotionele brein dat in de pubertijd erg gevoelig is voor beloning op korte termijn. Een bericht beantwoorden geeft een positieve beloning op korte termijn. Adolescenten hebben daarnaast de psychologische behoefte om deel uit te maken van een groep (The need to belong) waarin betekenisvolle interacties plaatsvinden. Volgens de social identification theory hebben jongeren een sterke behoefte aan sociale acceptatie door leeftijdsgenoten omdat hun sociale identiteit nog vorm moet krijgen. De behoefte om ergens bij te horen en geaccepteerd te worden door de groep zou een verklaring kunnen bieden voor de neiging van veel jongeren om direct te antwoorden op berichten op sociale media van vrienden.

Wat voor gevolgen heeft het overmatig gebruik van je telefoon? Dit bespreken we volgende week. 

Geschreven door Trubendorffer

Trubendorffer biedt een unieke en doelgerichte verslavingsbehandeling waarbij het niet nodig is dat je opgenomen wordt. Onze deskundigen werken doelgericht en op persoonlijke wijze aan het herstel van verslaafden samen met hun naasten. Je doet de behandeling terwijl je gewoon thuis blijft wonen, waardoor je sociale leven niet nog verder onder druk komt te staan. Trubendorffer heeft behandellocaties in Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg en Nijmegen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *