Op het moment dat ik dit schrijf zijn net de schreeuwerige stickers met SALE!!! op de ramen en deuren van de gemiddelde winkel geplakt. Voor veel mensen een mooie uitkomst, want goedkoper shoppen willen we allemaal. Maar niet voor de mensen met een koopverslaving. Voor hen is shoppen niet plezierig meer, maar een dwangmatige activiteit.

Wat is een koopverslaving?

Koopverslaving is een relatief onbekend probleem. Dit komt vaak doordat men zich onbegrepen voelt door de hulpverlening en er in de psychiatrische classificatiesystemen geen definitie van overmatig koopgedrag is opgenomen. Toch stamt eerste beschrijving van koopverslaving, oniomanie, al uit 1909.

Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen die aan koopverslaving lijden de volgende kenmerken noemen: ‘herhaaldelijk, problematisch kopen, intrusieve gedachten met betrekking tot kopen, een weerstand tegen deze gedachten, en tot slot een excessief uitgavenpatroon. Het kopen wordt vaak als egosyntoon ervaren en gaat gepaard met spanningen die alleen afnemen door te kopen, waarna veelal een schuldgevoel ontstaat. De impulsiviteit komt tevens naar voren in de korte tijdspanne die ligt tussen wens en daadwerkelijk kopen’ (Lejoyeux e.a. 1996).

Vier verschillende typen

Ook onderscheiden onderzoekers, Valence e.a. (1988), vier verschillende typen koopverslaving.
1) De emotioneel reactieve koper, die belang hecht aan de symbolische betekenis van het product en koopt op basis van emotionele motieven
2) De impulsieve koper, die in een toestand van emotionele disbalans een plotselinge wens ervaart om te kopen zonder zich zorgen te maken over de consequenties
3) De fanatieke koper, uit op bezit, vaak alleen geïnteresseerd in een bepaald product waarvoor overmatig enthousiasme of intense toewijding bestaat
4) De ongecontroleerde koper, die probeert psychische spanningen te verminderen, het kopen als een middel tot spanningsreductie ziet en niet uitsluitend is gericht op het bezit van artikelen.

Wie hebben een koopverslaving?

Over het aantal mensen dat lijdt aan een koopverslaving zijn niet veel onderzoeken verschenen. De onderzoeken die er zijn geven percentages aan die variëren van 1,8 tot 9,3 procent (Faber & O’Guinn, 1992; Müller & de Zwaan, 2004; Koran e.a., 2006). De gemiddelde leeftijd waarop een koopverslaving ontstaat, ligt volgens onderzoek tussen de 17 en 30 jaar (Christenson e.a. 1994; McElroy e.a. 1994; Miltenberger e.a. 2003; Schlosser e.a. 1994).

Gevolgen

Doordat de negatieve gevolgen van het koopgedrag niet meteen zichtbaar zijn, kan het enkele jaren duren voordat iemand het probleem onderkent. Vaak gaat men het koopgedrag als problematisch zien als zij de nadelen gaan ervaren, zoals schuldgevoelens, en niet kunnen voldoen aan financiële verplichtingen of juridische gevolgen. Als mensen zich bewust zijn van hun probleem, kunnen zij hiervoor behandeling zoeken. Uit onderzoek is gebleken dat cognitieve gedragstherapie effectief is bij het behandelen van een koopverslaving (Mitchell e.a. 2006; Mueller e.a. 2008). Van behandeling met medicatie is nog niet aangetoond dat dit effectief kan zijn. Er is dus gelukkig een manier om het overmatig kopen te stoppen en weer op een gezonde manier door de winkelstraten te kunnen lopen.
Bronnen:
1. Christenson, G.A., Faber, R.J., de Zwaan, M., e.a. (1994). Compulsive buying: descriptive
characteristics and psychiatric comorbidity. Journal of Clinical Psychiatry, 55, 5-11.
2. Faber, R.J., & O’Guinn, T.C. (1992). A clinical screener for compulsive buying. The Journal of
Consumer Research, 19, 459-469.
3. Koran, L.M., Faber, R.J., & Aboujaoude, E. (2006). Estimated prevalence of compulsive buying
in the United States. The American Journal of Psychiatry, 163, 1806-1812.
4. Lejoyeux, M., Adès, Ph.D., Tassain, V., e.a. (1996). Phenomenology and psychopathology of
uncontrolled buying. The American Journal of Psychiatry, 153, 1524-1529.
5. McElroy, S.L., Keck, P.E., Harrison Jr., G.P., e.a. (1994). Compulsive buying: a report of 20
cases. Journal of Clinical Psychiatry, 55, 242-248.
6. Miltenberger, R.G., Redlin, J., Crosby, R., e.a. (2003). Direct and retrospective assessment of
factors contributing to compulsive buying. Journal of Behaviour Therapy and Experimental Psychiatry,34, 1-9.
7. Mitchell, J.E., Burgard, M., Faber, R., e.a. (2006). Cognitive therapy for compulsive buying
disorder. Behaviour Research and Therapy, 44, 1859-1865.
8. Mueller, A., Mueller, U., Silbermann, e.a. (2008). A randomized, controlled trial of group
cognitive-behavioral therapy for compulsive buying disorder: posttreatment and 6-
month follow-up results. Journal of Clinical Psychiatry, 69, 1131-1138.
9. Müller, A., & de Zwaan, M. (2004). Aktueller Stand der Therapieforschung bei athologischem
Kaufen. Verhaltenstherapie, 14, 112-119.
10. Schlosser, S., Black, D.W., Repertinger, S., e.a. (1994). Demography, phenomenology, and
comorbidity in 46 subjects. General Hospital Psychiatry, 16, 205-212.
11. Valence, G., d’Astous, A., & Fortier, F. (1988). Compulsive buying: concept and measurement. Journal of Consumer Policy, 11, 419-433.

Geschreven door Trubendorffer

Trubendorffer biedt een unieke en doelgerichte verslavingsbehandeling waarbij het niet nodig is dat je opgenomen wordt. Onze deskundigen werken doelgericht en op persoonlijke wijze aan het herstel van verslaafden samen met hun naasten. Je doet de behandeling terwijl je gewoon thuis blijft wonen, waardoor je sociale leven niet nog verder onder druk komt te staan. Trubendorffer heeft behandellocaties in Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg en Nijmegen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *