In een eerste baan wordt vaak pas duidelijk wat een studiekeuze inhoudt. Ik weet nog goed dat ik tijdens mijn master mijn eerste baan kreeg, een functie die redelijk aansloot bij mijn studie en bij mij als starter. In het begin was alles nieuw en spannend, maar na een aantal jaar is het misschien tijd voor een nieuwe stap. De drang om kansen te creëren roept bij mensen soms ook angst op. Nu las ik onlangs een column over te lang blijven hangen in een baan, dit zou kunnen leiden tot een first job syndrome (FJS). Maar wat houdt dit eigenlijk in?
FJS: Een veel voorkomend probleem onder starters
Mensen die in hun vroege carrière een baan krijgen en jaren in diezelfde startersbaan blijven hangen, zonder mogelijkheid om zich verder te kunnen ontwikkelen, lijken een vergroot risico te hebben om het FJS te ontwikkelen. Bij jongeren is dit een grotere kans, want je moet blij zijn wanneer je eindelijk een vast contract hebt. Toch? En dat zeg je niet zomaar op? Hierover nadenken roept bij veel starters angst op. Daarom zijn veel jongeren geneigd om stug vol te houden in een startersbaan, ondanks dat ze niet meer een optimale match ervaren. De prikkeling is al lange tijd onvoldoende, omdat de taken en omgeving bekend zijn. Alles is een automatisme geworden, er is weinig ruimte voor verwondering. Hierdoor is de twijfel vaak al te ver toegeslagen om nog voldoening te ervaren. Toch blijven veel jongeren te lang loyaal aan hun huidige werkgever. Dit alles zorgt vaak voor disbalans bij een starter, waardoor de kans groter is wordt om de kantjes ervan af te gaan lopen.
Om te durven ontdekken en ontwikkelen is (zelf)vertrouwen nodig, echter is dit vaak bij deze doelgroep een grote boosdoener. Als persoon met FJS ben je vaak onzeker over je eigen kunnen. Je gelooft er niet echt meer in om tot je recht te komen in een andere baan. Het mijden van nieuwe uitdagingen lijkt meer vanzelfsprekend. Angst voor de angst is gecreëerd. Je kan er zelf echt onder lijden. Wanneer we spreken van lijden aan een ziektebeeld of stoornis moet er altijd een lijdensdruk zijn. Dit betekent dat je er last van hebt in je dagelijks functioneren. Je piekert veel, soms wel hele dagen lang, hebt allerlei fysieke- en/of psychische klachten. Dit alles zorgt ervoor dat je snel uit balans raakt en logischerwijs veel moeite hebt om in actie te komen.
Herkenbaar? Kom in actie, en denk serieus na over onderstaande actiepunten:
1. Wat is jouw talent?
Ieder mens is de kapitein van zijn eigen schip. Stap aan boord, verken je schip, bepaal je koers en houdt focus/koers door je te richten op de vuurtoren, maar bevaar ook de wilde zeeën. Wat betekent dit nou? Krijg je hier al een beeld bij voor jezelf? Het is belangrijk om onze loopbaan concreet te maken, in ieder geval globaal. Denk daarom eens na over jouw talent(en) en wees niet gelijk bang voor de wilde zee.
2. Wat is jouw droombaan?
Het is belangrijk om een functie uit te voeren waar je goed in bent. Minstens zo belangrijk is het werkplezier, de voldoening die een baan je geeft. Dus durf te dromen. Beeld je de volgende vraag eens in. Stel je gaat slapen en wanneer je morgenochtend wakker wordt heeft zich een wonder afgespeeld waardoor je jouw droombaan hebt bereikt. Je bent zelf al een aantal maanden aan het werk in je nieuwe functie. Hoe ziet de situatie er dan uit? Waar haal jezelf de prikkeling uit in jouw nieuwe baan? Hoe komt het dat je in deze baan zo goed tot je recht komt?
3. Bepaal jouw koers
Concretiseer jouw doelen SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden), op die manier blijken we daadwerkelijk aan de slag te gaan en in beweging te blijven. Het werkende leven is een proces, waarbij beweging in de breedste zin van het woord belangrijk is.
Een loopbaanplan kan ons helpen bij het concretiseren van de stappen. Je kan bijvoorbeeld een tijdlijn maken van je werkend leven waarbij jouw verleden, heden en toekomst geanalyseerd kunnen worden, het liefst SMART. Hierdoor krijg je als het goed is meer inzicht over jouw vervolgstappen.
4. Durf te ontdekken
Naast dromen heb je ook ervaringen nodig om te leren. Door middel van trial en error leren we wat we echt zelf willen. Als iets niet lukt, wijdt het dan niet gelijk volledig aan jezelf, dit is namelijk negatief voor je zelfvertrouwen. Als mensen vaak zichzelf de schuld van iets geven, kan dit leiden tot aangeleerde hulpeloosheid. Probeer liever optimistisch en mild naar jezelf te blijven, want mislukking kunnen we ook aan andere oorzaken wijten.
Overige tips voor je persoonlijke werkontwikkeling:
– Denk na over het verschil tussen je intrinsieke- en extrinsieke motivatie
– Blijf netwerken
– Blijf bijscholen
– Blijf nieuwsgierig
– Blijf doen wat je aanspreekt
– Wees niet bang!
Referenties
1. Bannick F. (2008). Oplossingsgerichte vragen. Amsterdam: Pearson Benelux B.V.
2. Bannick, F. (2016). Positieve psychologie. Amsterdam: Boom uitgevers.
3. Bernstein, D.A., Penner, A., Clark-Stewart, A. & Roy, E.J. (2006). Psychology. Boston:
Houghton Mifflin Company.
4. Boekaerts M. & Simons P.R. (2007). Leren en instructie. Assen: van Gorcum.
5. Tuenter, G. (2015). Waarom je niet te lang moet blijven zitten in je eerste baan. NRC,
verkregen op 11 december 2017, van https://www.nrc.nl/nieuws/2015/10/07/blijf-niet- te-lang-
achter-de- kantoorgeraniums-zit- 1545524-a772975