Zondagskind gaat over Jasmijn Vink, een meisje met autisme. Naast een boek over een meisje met asperger is het ook een boek over de rest van de wereld en hun obsessie met ‘normaal’ zijn. Zoals een vriendin van Jasmijn halverwege het boek opmerkt is juist Jasmijn degene die haar eigen weg gaat. Het boek geeft daarom niet alleen inzicht in hoe het leven eruit ziet voor mensen met asperger, maar geeft ons ook de de mogelijkheid te reflecteren op ons eigen leven. Lopen wij niet te vaak achter de massa aan?
Ontwikkeling
Jasmijn groeit op in Rotterdam Zuid. Zij woont bij haar ouders, samen met haar broer Emiel en haar hond Senta, die tevens haar beste vriendin is. Het boek begint op het moment dat Jasmijn een jaar of drie is en voor het eerst naar de peuterspeelzaal gaat. Vervolgens volgen wij haar verder in haar ontwikkeling. Zij gaat naar de basisschool, daarna naar het middelbaar onderwijs. Hier leert Jasmijn dat school voor haar niet zo makkelijk is als voor haar leeftijdsgenoten. Jasmijn is graag alleen, heeft last van harde geluiden en andere prikkels en wordt lichamelijk ziek als zij hier te lang aan blootgesteld wordt. Tegelijkertijd ziet ze bij anderen hoe zij met dezelfde situaties omgaan, dit zorgt ervoor dat zij in haar hoofd een parallelle versie van zichzelf ontwikkeld: ‘normale Jasmijn’. Alles wat in het leven van Jasmijn gebeurt, wordt door haar langs de meetlat van ‘normale Jasmijn’ gelegd. Zo zien we hoe Jasmijn worstelt met vriendschappen, met het leren van dagelijkse vaardigheden zoals drinken (ze drinkt het liefst door een rietje) en zien we hoe zij zich in veel situaties opgesloten voelt. Jasmijn wil vrij zijn, niet één zijn met de massa. Ze denkt over veel onderwerpen meer na dan dat haar leeftijdgenoten dit doen. Jasmijn heeft bovendien moeite met communicatie, maar leert hier naarmate ze opgroeit steeds beter mee omgaan.
Begrip
Het eerste deel van het boek, de jaren van Jasmijn op de basis- en middelbare school, is soms wat lang van stof. Het boek, bijna vijfhonderd pagina’s, had op sommige delen iets vlotter geschreven kunnen worden. Aan de andere kant geeft de lengte van het boek de lezer de mogelijkheid om zich echt in te leven in iemand met asperger. Het beeld dat wordt geschetst is dat van binnenuit, als lezer kun je de frustratie van de hoofdpersoon voelen wanneer zij de buitenwereld niet begrijpt en zij door de buitenwereld niet begrepen wordt. Dit zorgt ervoor dat je als lezer begrip krijgt voor de denkwijze van de hoofdpersoon. Dit zorgt regelmatig voor herkenning of juist irritatie naar de handelswijze van Jasmijn. Tegen het einde van het verhaal, als Jasmijn naar het vervolgonderwijs gaat, komt er meer schot in de zaak. Het zijn deze hoofdstukken waar je het boek moeilijk weg kan leggen en je zo begaan bent met Jasmijn en dat je hoopt dat het goed zal aflopen voor haar.
Gift
Mooi aan dit verhaal is dat Jasmijn stilstaat bij maatschappelijke thema’s waar veel mensen aan voorbijgaan. Zo wordt ze vegetariër omdat ze een vrachtwagen vol met varkens voorbij ziet rijden op weg naar de slacht. Haar asperger is behalve een struikelblok ook een gift, waarmee zij verder kijkt dan dat wat als ‘normaal’ wordt aangenomen door de meesten. Om deze reden zou ik iedereen het boek aanbevelen. Het verhaal van Zondagskind is bij vlagen misschien wat eentonig, maar geeft desalniettemin op een speelse manier inzicht in een opgroeiend kind met psychische problematiek. Het zet aan tot nadenken. Met de boodschap dat we eens echt de tijd voor iets zouden moeten nemen om het goed te kunnen begrijpen.