Lange tijd dacht men dat dieren geen bewustzijn hadden. Volgens de Franse filosoof en grondlegger van het rationalisme René (‘Ik denk dus ik ben’) Descartes (1596 – 1650) waren dieren niets meer dan stomme automaten. Ze hadden geen weet van het verleden of de toekomst. Ze waren in de letterlijke zin van het woord ‘zielloos’ en hoefden niet te rekenen op een plaatsje in wat voor een hemel dan ook. Dat was alleen maar voor ons, de mens, de kroon van de schepping immers, weggelegd. Inmiddels weten we wel beter.
Dieren, zeker zoogdieren, vogels, en misschien zelfs bepaalde reptielen, hebben wel degelijk gevoelens, een bewustzijn en ze maken ook nog eens plannen. Dit betekent dat ze in staat zijn vooruit te kijken. Misschien niet op de manier zoals wij, als talige wezens, dat doen, maar zonder taal en mét beeld kom je een heel eind.
Taal als noodzakelijke basis van het denken?
Het is een interessante en vooral filosofische vraag in hoeverre taal een voorwaarde is voor denken, voelen en handelen. Wie bij een stoplicht komt, ziet welk licht brandt en stemt daar zijn gedrag op af. Doorlopen of wachten? Daar komt echt geen woord aan te pas. Een kleur is genoeg om gedrag te sturen. Bij onze eerste indrukken van anderen hebben we geen vragenlijst nodig om te beoordelen of we iemand aardig of betrouwbaar vinden. We ‘zien’ door houding, lichaamstaal en oogopslag wat voor vlees we in de kuip hebben. Dat doen dieren ook. Gewoon door op elkaars gedrag en lichaamshouding te letten. Non-verbale communicatie noemen we dit. Volgens sommige psychologen is deze vorm van communiceren veel informatiever dan onze verbale communicatie en laat het veel minder ruimte voor misverstanden of bedrog. Niet voor niets opperde Freud: “Wie met zijn lippen zwijgt, babbelt met zijn vingertoppen; uit al zijn poriën dringt het verraad naar buiten.”
Kunnen dieren rekenen?
Taal en rekenen zijn de eerste dingen die we leren op school. Als dieren geen gebruik maken van taal, kunnen ze dan wel rekenen? Zijn ze in staat hoeveelheden te onderscheiden? Hebben ze bijvoorbeeld weet van het aantal individuen in hun groep? Deze vraag brengt mij bij een paard Kluger Hans. Van dit paard werd aan het begin van de 20e eeuw beweerd dat het kon rekenen en ook nog andere, ‘onpaardse’ vaardigheden had aangeleerd. Vandaar zijn naam. Het dier werd door ene Wilhelm von Osten in Rusland gekocht. Von Osten was een academisch opgeleide wiskundeleraar van zeer goede komaf, zijn vader was baron. Kluger Hans diende als onderzoekdier voor zijn autodidactische dierenpsychologieproeven op het binnenhof van zijn woonplaats. Die proeven gingen als volgt: Von Osten liet het paard getallen zien en vroeg Hans om het nummer met zijn voet te tikken op de grond. Of hij vroeg: “Hoeveel is vijf plus zes, Hans”, waarna Hans elf tikken gaf. Hans leek te kunnen rekenen, lezen en was zelfs in staat kunstwerken te herkennen. In 1902 publiceerde Von Osten in een toonaangevend militair tijdschrift over het kunnen van Hans.
Communicatie en lichaamstaal
Er waren geen bewijzen van bedrog. Om die reden besloot een groep wetenschappers, onder leiding van de psycholoog Carl Stumpf, om Hans aan verdere experimenten te onderwerpen. Stumpf’s student en medewerker Oskar Pfungst nam dit onderzoek voor zijn rekening. Hij stelde in eerste instantie vast dat Kluger Hans inderdaad kon rekenen. Ook als Von Osten niet aanwezig was, deed Hans de meeste opgaven foutloos. Maar er bleek toch iets anders aan de hand te zijn. Pfungst liet het paard, net als Von Osten, getallen zien en vroeg Hans om het nummer met zijn voet te tikken op de grond. Als Pfungst de getallen zelf kon zien, dan was Kluger Hans vrijwel altijd correct (98%), maar als Pfungst de getallen niet kon zien of hij stond te ver weg van Hans, dan was het antwoord meestal verkeerd (8%). Uit deze en soortgelijke experimenten concludeerde Pfungst dat Hans gebruik maakte van onbewuste hints. Het was bijvoorbeeld zo, dat een kleine knik met het hoofd, om naar de voeten van het paard te kijken, werd uitgevoerd als het paard moest beginnen te tikken, en het hoofd weer omhoog ging als het benodigde aantal bereikt werd.
Met andere woorden: Hans telde niet echt, maar bleek op lichaamstaal te reageren. Bij de vraag ‘hoeveel is vijf plus zes, Hans?’ was een klein zuchtje van Von Osten bij de elfde tik genoeg om het paard op te laten houden met zijn. Hans kon dus helemaal niet rekenen, maar wel heel goed de lichaamstaal van de mensen om hem heen interpreteren. Niet toevallig overigens, omdat paarden onderling ook communiceren met kleine, voor ons vaak bijna onzichtbare signalen.
Sindsdien noemen we dit in de wetenschap het Kluger Hans Effect.
Kunnen dieren nu tellen of niet?
Als paarden niet kunnen tellen, welke dieren kunnen het dan wel? Primaten lijken goede kandidaten. Lees dit artikel in Trouw er maar eens op na, naar aanleiding van een publicatie in het vakblad ‘Science’ over onderzoek bij makaken. De onderzoekers ontdekten dat de dieren in hun hersenschors neuronen hebben die gevoelig zijn voor een bepaald getal. Zo gaan bij het zien van een verzameling van drie voorwerpen specifieke ‘3-neuronen’ vuren, terwijl bij ‘5’ weer andere zenuwcellen in actie komen.
“De apen leerden eerst het aantal stippen vergelijken op twee opeenvolgende beelden op een monitor. Als dat aantal – variërend van 1 tot 5 – op beide beelden overeenkwam, moesten ze op een knop drukken. Er zal een lekkernijtje tegenover hebben gestaan, want na enige oefening scoorden de dieren tussen de 70 en 100 procent goed (…) Daarna werd hun hersenschors aangeprikt met elektroden, op de plaats waar neurologen al langer getal detectoren vermoeden. En inderdaad bleek een derde van de neuronen ter plekke getal gevoelig, waarbij elk individueel neuron een voorkeur toonde voor een specifiek aantal. Het ‘4-neuron’ bijvoorbeeld vuurde bij het zien van vier stippen maximaal, terwijl het bij de direct omliggende aantallen (drie en vijf) nog lichtjes reageerde, maar bij twee of zes stippen helemaal niet meer.”
Dit is van een heel andere orde dan de rekenkunsten van Kluger Hans. Hoewel zijn geval weer een ander interessant weetje aan het licht bracht: de subtiele invloed van lichaamstaal in de communicatie tussen mens en dier en dieren en mensen onderling.