De inschrijvingen voor de Halve van Egmond zijn kort geleden weer begonnen. De vorige editie liep ik zelf voor het eerst mee. Het was de tweede halve marathon die ik ooit liep. Vrienden en familie waarschuwden me van tevoren: “Dat is een zware!”, waardoor ik op de dag van de wedstrijd niet alleen rillend van de kou aan de start stond, maar ook bevend van de zenuwen. De ijskoude wind die er die dag stond blies de zandkorrels mijn ogen in. De kilometers op het strand waren een worsteling, met zo’n twee kilometer mul zand dat mijn benen verzwaarde. Mijn rechtervoet raakte doorweekt door het tij dat het strand op kroop. Dat klinkt misschien vreselijk, maar als ik terugdenk aan die dag was het de leukste wedstrijd die ik tot nu toe heb gelopen. Ik voelde me topfit, het ging fantastisch en ik dacht er geen moment aan om te stoppen met lopen. Het leek wel alsof ik zweefde, zo makkelijk ging het – aan het einde waren de kilometers voorbijgevlogen.
Behalve dat dit te maken kan hebben met een zogenaamde Runner’s high, deed deze ervaring me denken aan iets waar ik over geleerd had tijdens een vak over sportpsychologie: flow experiences.
Wat is flow
Als je een sport beoefent of graag creatief bezig bent, zal je het misschien herkennen: soms ben je zó lekker bezig… Je vergeet te eten of naar de wc te gaan, de uren vliegen voorbij en alles loopt op rolletjes. Als je dit herkent, heb je waarschijnlijk een soort flow ervaren. Maar wat is flow eigenlijk?De term flow wordt door onder andere topsporters uit de meest diverse disciplines regelmatig genoemd. Flow verwijst naar een soort roes die bijna hypnotisch kan aanvoelen – je bent dan extra geconcentreerd, zonder afleiding door gedachten of door de omgeving (De Cuyper, 2012).
Hyperconcentratie – één met je taak
Bij een flow ervaring heb je dus een soort “hyperconcentratie” op wat je nu aan het doen bent. Je voelt je één met je taak. Je verliest ook zelfbewustzijn: je bent niet meer bezig met reflecteren op wat je aan het doen bent of hoe je eruitziet terwijl je dat doet, je doet het simpelweg. Ook heb je een verstoord gevoel van tijd – de tijd vliegt voorbij! – en vaak voelt het proces op zichzelf al belonend. Het eindresultaat kan zelfs voelen als een soort excuus voor de activiteit (De Cuyper, 2012).
“Het was zaak om het denken los te laten en puur op mezelf te vertrouwen. Me over te geven aan het moment.” – Mark Tuitert
Hoe ontstaat flow
Flow is voor het eerst gevonden in onderzoek naar creatieve processen. Hieruit komt naar voren dat er bepaalde voorwaarden zijn voor het ervaren van flow. Voor het ervaren van flow is het belangrijk dat de taak die je uitvoert uitdagend genoeg is: een taak is idealiter nét iets moeilijker dan je huidige niveau, maar dus niet té moeilijk. Daarnaast is het belangrijk dat je een doel voor ogen hebt en op een bepaalde manier feedback krijgt over je voortgang richting dat doel. (Nakamura & Csikszentmihalyi, 2014) Mijn situatie tijdens de Halve van Egmond voldeed aan al deze factoren: het was een pittige wedstrijd – maar ik had eerder al de halve marathon van Amsterdam gelopen. Daarnaast droeg ik een horloge wat bijhield hoeveel kilometer ik gelopen had en hoe snel. Zo was ik de hele tijd bewust van de vooruitgang naar mijn doel: de finish halen.
Niet denken
“Een flow komt niet op bestelling. Hoe harder je naar de flow streeft, hoe kleiner de kans dat je hem zult ervaren.”
(Mouton & Vandeven, p. 142-143, Aangehaald in de Cuyper, 2012, p. 57.)
Je kan dus omstandigheden creëren waarin je de kansen op een flow ervaring vergroot, toch blijft het een moeilijk grijpbaar concept. ‘Niet denken’ is een lastig op te volgen advies. Vaak werkt het juist averechts om heel hard te proberen om in een flow te raken. Zoals eerder beschreven ben je tijdens een flow-ervaring meer aan bezig met de actie en minder bezig met reflecteren op jezelf. De hele tijd denken dat je in een flow wilt raken, werkt dus juist niet. Wel is er in onderzoek bij sporters gevonden dat er een samenhang is tussen flow en onder andere voorbereiding (zowel fysiek als mentaal), zelfvertrouwen en motivatie (Jackson, 1995) en worden er telkens nieuwe manieren bedacht om flow te beïnvloeden (Nakamura & Csikszentmihalyi, 2014).
Zo wil ik dit artikel dan ook afsluiten: hoewel nog lang niet alles bekend is over flow kun je wel omstandigheden creëren waarmee je de kans op zo’n ervaring vergroot. Maar ook zonder flow kun je prima presteren. Wel leidt het ertoe dat je extra geniet van de activiteit waar je mee bezig bent. Ik weet in elk geval zeker dat ik de eerste keer dat ik de Halve van Egmond liep, niet meer zal vergeten.
Wanneer heb jij voor het laatst in een flow gezeten?
Bronnen
De Cuyper, B. (2012). De psychologie van de topsporter. Tielt, België: Lannoo.
Mouton, J. & Vandeven, W. (2008). Hoe hoog leg je de lat? Haal het beste uit jezelf! Tielt: Lannoo (aangehaald in de Cuyper, 2012).
Jackson, S. A. (1995). Factors influencing the occurrence of flow state in elite athletes. Journal of applied sport psychology, 7(2), 138-166.
Stein, G. L., Kimiecik, J. C., Daniels, J., & Jackson, S. A. (1995). Psychological antecedents of flow in recreational sport. Personality and social psychology bulletin, 21(2), 125-135.
Tuitert, M. & Senden, T. (2011). Vancouver210210. Zonder strijd geen overwinning.
Nieuwegein: Arko Sports Media. (aangehaald in de Cuyper, 2012).
Nakamura, J., & Csikszentmihalyi, M. (2014). The concept of flow. In Flow and the foundations of positive psychology (pp. 239-263). Springer, Dordrecht.