Dit gastblog is geschreven door Yacintha de Jager. Ze studeert pedagogiek en richt zich daarnaast op het schrijven van ervaringsverhalen en geeft ze, mede vanuit die rol, presentaties bij (Jeugd-)GGZ-instellingen. Haar droom is om van schrijven haar beroep te maken.
Meer weten over Yacintha? Bekijk dan haar Facebookpagina en/of Instagram!
Van 25 t/m 30 maart is het de Week van de Psychiatrie. In deze week wordt er extra aandacht besteed aan psychische problemen: een onderwerp dat niet vaak ‘zomaar’ op een verjaardagsfeestje ter sprake komt. Toch is het wel degelijk een belangrijk onderwerp, want het leed dat hiermee gepaard gaat is bijna niet in woorden uit te drukken. Het thema van dit jaar is Zichtbaar?, waar ik met mijn boek Dagboek van een (anti)depressivo ook een steentje aan probeer bij te dragen. De afgelopen jaren heb ik in het ‘geweld’ van alle media-aandacht voor – in mijn geval – depressie veel voorbij zien komen: oorzaken, de naaste omgeving, behandeling, langetermijngevolgen en nog vele andere thema’s.
Comorbiditeit
Wat ik echter mis wanneer het thema behandeling wordt besproken, is aandacht voor het onderwerp comorbiditeit: twee of meer psychische stoornissen naast elkaar. De meest bekende combinatie is die van angst en depressie, maar ook bij bijvoorbeeld ADHD, autisme en persoonlijkheidsstoornissen komt depressie vaak voor (ggz groep, 2019). En ook NLD, non-verbale leerstoornis – waar ik mee ‘gezegend’ ben – en depressie gaan vaak samen. Een dergelijke combinatie van stoornissen kent grote uitdagingen bij het vinden van een goede depressiebehandeling. Wat je in deze zoektocht zoal tegenkomt, illustreert het volgende fragment uit mijn boek:
“30-01
Mijn moeder legt kort de situatie uit: dat ik Risperidon en Abilify heb gebruikt, dat het allebei in feite averechts werkte en dat ze dus wil bespreken wat een eventuele vervolgstap kan zijn. Ze noemt dat ze de situatie, zeker na het afbouwen van Abilify, oprecht eng begon te vinden. Dat ik bezig was met een euthanasie-verzoek en dat ze absoluut niet nog iemand wil kwijtraken. Ook vertelt ze over de ervaringen van haar vriendin met elektroshocktherapie en ze stelt de vraag of ik daar eventueel voor in aanmerking kom.
[…]
Al snel begint de psychiater daarna over het feit dat ze hadden aangeraden om een autisme-onderzoek te doen, waarop hij vraagt of dat gebeurd is. Mijn moeder antwoordt dat dat niet het geval is en geeft de telefoon aan mij, omdat ik daar meer van weet. Ik leg hem uit dat mijn psychologe niet voldoende aanwijzingen zag om het autisme te noemen, maar dat ze me die diagnose best wilde geven als dat beter uitkwam om een indicatie voor begeleiding te krijgen. Hij antwoordt dat het niet alleen zou gaan om begeleiding, dat juist mijn GGZ-behandeling in het geval van een diagnose beter afgestemd zou kunnen worden op de specifieke combinatie autisme en stemmingsklachten.”
Herstel
Uiteindelijk vond ik – na meer dan een jaar van intense somberheid – een behandeling die aansloeg. Het halleluja-effect was echter van korte duur: toen de biologische somberheid grotendeels de kop was ingedrukt, zag ik weer met heldere ogen wat de impact van NLD is. Nog steeds raak ik daar regelmatig knap somber van, wat maakt dat ik na ruim twee jaar nog steeds niet kan zeggen dat de depressie weg is. Daarom pleit ik ervoor dat er meer aandacht voor comorbiditeit komt. Het hebben van een (chronische) depressie is al moeilijk genoeg, laat staan als het herstel ook nog bemoeilijkt wordt door bijkomende problemen.