Herstellen is het leren leven met een aandoening, beperking of kwetsbaarheid. Dat is niet hetzelfde als genezen. Herstellen is geen lineair proces, de ene keer een stap vooruit en de andere keer een stap achteruit hoort erbij.
Diverse aspecten van herstel
Herstel is meer dan alleen herstel van gezondheid. Droës en Plooij hebben onderzoek gedaan naar de verschillende aspecten van herstel. Als eerste onderscheiden zij het herstel van persoon of identiteit. Hierbij is het herwinnen van zelfvertrouwen en het leren kennen van normen, waarden en grenzen belangrijk. Centraal staat de vraag: wie ben ik eigenlijk? Als tweede aspect van herstel noemen zij het herstel van gezondheid, dit wordt gekenmerkt door het herstellen van en beter omgaan met lichamelijke en/of psychische symptomen. Het derde aspect is het herstel van dagelijks functioneren. Je hebt (opnieuw) dagbesteding en bent in staat om goed voor jezelf en anderen te zorgen. Het laatste aspect dat zij benoemen is het herstel van maatschappelijke rollen. Je hebt een plek in de maatschappij in de rollen die jij belangrijk vindt, door bijvoorbeeld werk, vrijwilligerswerk of hobby’s. Het inventariseren van krachten en mogelijkheden speelt hierbij een grote rol.
Ieder herstelproces is een persoonlijk en individueel proces, toch blijkt uit onderzoek dat hierin fasen te onderscheiden zijn. Door Gagné is het herstelproces verdeeld in vier fasen:
Overweldiging door de aandoening
In deze fase besef je je dat het niet goed met je gaat. Gevoelens van hopeloosheid, machteloosheid en eenzaamheid zijn kenmerkend voor deze fase, net als het gebrek aan zelfvertrouwen. Je voelt je alsof je aan het ‘overleven’ bent in plaats van leven. Je wilt liever niet nadenken over de toekomst. Je ziet het leven eigenlijk niet meer zitten. Vaak trek je je steeds meer terug, omdat je je onbegrepen voelt en je anderen niet tot last wil zijn.
Worstelen met de aandoening
Tijdens deze fase ben ik je in gevecht met jezelf. Je vraagt je af hoe het verder moet. Je hebt het idee dat je geen grip hebt op je leven en dat je hele leven overhoopligt. Gevoelens van twijfel, acceptatie, onbegrip, verzet, onmacht en schaamte wisselen elkaar af. Je beseft je dat het zo niet verder kan en dat er iets moet gebeuren. Je zelfvertrouwen is heel erg laag. Je twijfelt of je wel beter kunt worden of dat je een mislukking bent. Ook is er een zoektocht naar je eigen identiteit: wie ben ik eigenlijk?
Leven met de aandoening
Als je in deze fase zit, krijg je steeds meer inzicht in je aandoening. Je beseft je meer en meer dat je in staat bent om met je aandoening om te gaan en krijgt meer inzicht in je krachten en kwetsbaarheden. Je begint met het accepteren van je aandoening en het opbouwen van je zelfvertrouwen. Je hebt de neiging te focussen op je beperkingen. Misschien ervaar je dat je ervaringen ook waardevol zijn, je hebt veel zelfkennis en kunt wellicht ook anderen helpen.
Leven voorbij de aandoening
In deze fase heb je weer levenslust en het omgaan met tegenslagen lukt beter. Je hebt geleerd waar je goed in bent en waar je gelukkig van wordt. Je hebt je plekje in het leven en de wereld gevonden. Je laat je niet leiden door je beperkingen bij het maken van nieuwe doelen en plannen, maar je houdt natuurlijk wel rekening met je kwetsbaarheden. Je krijgt steeds meer inzicht in jezelf en blijft jezelf ontwikkelen.
Bronnen en meer informatie:
Stichting Herstelproces
Kennisbundel Herstelondersteunde Zorg