Je hoort het steeds vaker, een vriend of collega krijgt te maken met klachten van een angststoornis. Als leidinggevende is de kans dus reëel dat je in aanraking komt met de stoornis. Maar hoe zorg je ervoor dat ook deze medewerkers met meer vertrouwen en plezier aan het werk gaan? Dat leggen we uit in deze blog.
Begrijp wat een angststoornis inhoudt
Om goed leiding te kunnen geven aan iemand met een angststoornis is het belangrijk dat je snapt wat jouw medewerker meemaakt. Iemand met een angststoornis ervaart angst op momenten dat daar eigenlijk geen reden voor is en deze angst beheerst hun leven. Bij een paniekstoornis zijn er plotselinge paniekaanvallen. Bij sociale angst is iemand bang dat iedereen negatief over hem of haar denkt en dat anderen hem of haar zullen afwijzen. Mensen met een generaliseerde angststoornis (piekerstoornis) zijn overbezorgd over hele gewone gebeurtenissen of activiteiten. Mensen met een angststoornis ervaren stress en symptomen van stress in situaties die dit niet zouden moeten veroorzaken. Het overmatig stressen zorgt voor emotionele uitputting en onzekerheid.
Geef jouw medewerker de tijd om zich te ontwikkelen
Een medewerker met een angststoornis heeft vaak wat meer tijd nodig om te wennen aan een nieuwe situatie dan iemand zonder een angststoornis. Een nieuw team, nieuwe functie, of nieuw bedrijf kunnen voor stress zorgen. Deze medewerkers kunnen zichzelf in de weg gaan zitten door te piekeren. Zeker de eerste paar maanden kunnen onzeker zijn. Maar na een fijne gewenningsperiode zullen de meeste medewerkers met een angststoornis ook loskomen.
Zorg voor een open sfeer op de werkvloer
Een open sfeer is cruciaal voor de ontwikkeling van iemand met een angststoornis. Laat weten dat er altijd om hulp gevraagd mag worden en dat je open staat voor een privégesprek. Als de medewerker het gevoel krijgt dat er geen tijd is voor hulp dan blijft de onzekerheid aanhouden en haal je niet het maximale uit jouw medewerker.
Structureel gesprekken inplannen om een open sfeer te onderhouden is dus heel belangrijk. Vertel tijdens deze gesprekken wat over jezelf om te laten zien dat iedereen met onzekerheden te maken heeft. Het is belangrijk om begrip te tonen wanneer jouw medewerker besluit te praten over de angststoornis. Laat weten dat het goed is, dat dit geen negatieve gevolgen heeft en dat je open staat voor het gesprek.
Ontwikkeling wordt gestimuleerd door vertrouwen op de werkvloer
Om onzekerheid te verminderen, helpt het om regelmatig complimenten te geven. Het zorgt ervoor dat jouw medewerker zich goed voelt over het geleverde werk en het gevoel krijgt dat jij, de leidinggevende, dat ook vindt. Dit vertrouwen is heel belangrijk.
Verder kan een vertrouwenspersoon veel toevoegen aan de ontwikkeling van de medewerker. Zorg dat er iemand is waarmee hij of zij zijn twijfels en ontevredenheden kan delen zonder dat iemand het gevoel krijgt hierop afgerekend te worden. Het is bijvoorbeeld lastig om tegen jouw leidinggevende te zeggen dat je een taak vervelend of saai vindt. Maar als je dit niet kan uiten, kan het voor stress of onzekerheid zorgen.
Om verdere ontwikkeling te stimuleren is het belangrijk om personen met een angststoornis extra hulp te bieden bij taken die angst veroorzaken. Op deze manier zorg je ervoor dat de medewerker de taak niet gaat vermijden. Dwing de medewerker overigens niet om deze taken te doen, dit werkt namelijk averechts. Zorg voor een andere optie om het ‘moeten’ weg te nemen.
Blijf jezelf ontwikkelen
Zoals je als leidinggevende trainingen volgt om jezelf te ontwikkelen, kun je jezelf ook trainen op het gebied van angststoornissen. Doe onderzoek naar de invloed van een angststoornis op het werk en in het privéleven. Een belangrijk stukje kennis zijn de symptomen van een paniekaanval. Iemand met een angstaanval kan gaan trillen met de handen, zweten, hyperventileren of misselijk worden. Als je denkt dat iemand een paniekaanval heeft, kun je hulp bieden op een paar manieren.
Probeer jouw collega of medewerker te helpen door te focussen op de ademhaling. Vier seconden in, twee seconden vasthouden en vier seconden uit. Benadruk dat de aanval niet blijvend is en dat het weer over gaat. Door dit te doen zorg je voor afleiding. Dit is heel belangrijk om de angst te verminderen tijdens een aanval. Als het beter gaat is het belangrijk om het incident te bespreken zodat er geen schaamte ontstaat.
Houd dus de growth mindset in je achterhoofd en ga samen met jouw medewerker de uitdaging aan!
Deze blog is gebaseerd op eigen ervaringen van de auteur.