Coping, de manier waarop we omgaan met moeilijke situaties, en stress zijn twee onderwerpen waar al veel over is geschreven. Waar eerder vooral resultaten werden onthuld waarbij de ‘van nature’ ‘slechte’ kant van mensen naar voren komt ten tijde van stress (de vernistheorie; de Waal, 2006), heeft Rutger Bregman recentelijk de stoute schoenen aangetrokken om in zijn boek ‘De meeste mensen deugen’ juist te onderbouwen dat dan de positieve aard van de mens tevoorschijn komt. Hij onderbouwt daarbij situaties zoals oorlogen en natuurrampen. Hoe zit dat eigenlijk ten tijde van een pandemie? Worden we dan ook geconfronteerd met onze ware aard? En hoe gaan we daar mee om als we moeten concluderen dat onze natuurlijke neigingen niet zo helpend zijn voor onszelf of anderen?
Wat zegt de wetenschap?
Sinds de start van onze ‘intelligente lockdown’ zijn diverse wetenschappelijke artikelen verspreid die onderbouwen wat de mogelijke effecten kunnen zijn op de mentale gezondheid van burgers in landen waar de pandemie actief is en quarantainemaatregelen gelden. Een significante toename van stemmingsproblemen, waaronder depressieve en angstklachten, wordt verwacht (Wind, 2020). In een eerder artikel beargumenteerde ik al de rol van beperkte sociale en fysieke contacten hierbij. We weten tegelijkertijd dat onze copingsmechanismen invloed kunnen hebben op onze mentale veerkracht. Hoe meer gezonde vaardigheden iemand heeft ontwikkeld, hoe groter de veerkracht bij stress, dat is ook al gebleken op jonge leeftijd (van der Ploeg, 2013).
Bij persoonlijkheidsonderzoek, waarbij getracht wordt inzicht te krijgen in de basale neigingen om, om te gaan met moeilijke situaties, heeft psychoanalyticus Kernberg gebruik gemaakt van deze kennis over de rol van stress. Tijdens het structurele interview van Kernberg (Derksen, 1988) wordt gekeken hoe het verhogen van het angstniveau (stress) invloed heeft op de reactiepatronen van de cliënt. Vanuit zijn theorie zijn de neigingen van mensen dan onder te verdelen in helpende en minder helpende patronen.
Je zou dus kunnen zeggen dat situaties die stressverhogend zijn, mensen kan confronteren met hun meest basale aard. Specifiek de situaties die oncontroleerbaar zijn, daar waar men zich machteloos voelt, zouden deze aard dan kunnen blootleggen. Hoe ga je als mens om met een situatie waar je weinig tot niets over te zeggen hebt? Ben je in staat om jezelf gerust te stellen en te relativeren (helpend) of raak je wellicht in paniek en ben je geneigd je terug te trekken (minder helpend)? Maar wat als je er door zo’n stresserende periode achter komt dat je vooral een minder helpende werkwijze hanteert? Is er dan verandering mogelijk?
En dan?
Persoonlijkheidi, waaronder coping, wordt op verschillende manieren gedefinieerd. De definities hebben met elkaar gemeen dat er sprake is van een volhardend gedragspatroon. Je kunt dus je eigen persoonlijkheidstrekken in de meest simpele zin afleiden van je eigen reacties op situaties. De voorloper van persoonlijkheid betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Naast nature (aangeboren eigenschappen via ouderlijke genen) wordt vooral nurture (invloed vanuit omgeving, zoals opvoeding, sociale steun en onderwijs) door wetenschap steeds belangrijker bevonden (Begeer, 2020). De verschillende ontwikkelingspaden die doorlopen kunnen worden als kind bepalen uiteindelijk grotendeels jouw gevoelens, gedachtes en gedrag in confrontatie met situaties. Niet-helpende gedragspatronen kunnen een sterk verband hebben en voortkomen uit niet-helpende gedachtes en overtuigingen over jezelf en de wereld. Door Young (2003) worden dit ook wel onze schema’s en modi genoemd. Youngs schematherapie, een van de meest ingezette therapiestromingen voor mensen met persoonlijkheidsproblemen (hardnekkige, niet-helpende gedragspatronen), probeert mensen hiervan bewust te maken om aanpassingen mogelijk te maken.
Gitta Jacobs en collega’s schreven hierover een zelfhulpboek, genaamd Patronen Doorbreken. Op zeer toegankelijke wijze word je uitgedaagd om jouw eigen patronen te onderzoeken. Door middel van oefeningen en uitleg kun je erachter komen welke neigingen jij hebt ontwikkeld, maar ook hoe je hier mee kan leren omgaan. Voor mensen die constateren dat ze vooral moeite hebben met situaties waar ze weinig controle over hebben (zoals een pandemie) kan Acceptance and Commitment Therapie ook een uitkomst bieden (bijvoorbeeld Gijs Janssen – Uit liefde voor jezelf). Recentelijk heeft zelfs de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) in samenwerking met Russ Harris een gratis zelfhulpboek ontwikkeld voor onze huidige corona-periode. Momenteel wordt deze in verschillende talen vertaald.
i In dit artikel wordt getracht een toegankelijk inzicht te geven in de theorie achter persoonlijkheidsontwikkeling en praktische toepasbaarheid voor zelfhulp. De lengte van dit artikel maakt het onmogelijk volledig te zijn.
Bronvermelding:
- Derksen e.a. (1988). Structurele diagnostiek en het structurele interview. Tijdschrift voor Psychiatrie, 30 (7). 445-459.
- Gijs Janssen (2019). Uit liefde voor jezelf. Uitgeverij Thema.
- Hannie van Genderen, Gitta Jacob & Laura Seebauer (2012). Patronen doorbreken. Uitgeverij Nieuwezijds B.V.
- van der Ploeg (2013). Veerkracht, hét medicijn tegen stress?. In: Stress bij kinderen. Bohn Stafleu van Loghum, Houten
- Rutger Bregman (2019). De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens. Uitgever de Correspondent B.V.
- Young (2003). Schematherapy. Guilford Publications.
- Waal (2006). Our inner ape. Granta Books.
- Wind e.a. (2020). The COVID-19 pandemic: the ‘black swan’ for mental health care and turning point for e-health.