Een boek lezen, even kijken hoe laat het is, het licht aandoen – grote kans dat het je niet gaat lukken. Je zou nu kunnen denken: dat komt doordat het donker is, probeer eens een andere volgorde. Goed bedacht, maar wat als het op klaarlichte dag niet lukt? De letters van de woorden in het boek bewegen, veranderen continu. Je wekker vertelt je dat het P0:7E is, en het lichtknopje gedraagt zich als de gemiddelde kat – het ding doet helemaal niks. Nu zou er bij jezelf een lampje moeten gaan branden: dit is een droom! Je steekt bij wijze van bevestiging je vingers van je rechterhand door de palm van je linkerhand, loopt door de muur van je slaapkamer en… valt keihard van de eerste verdieping, recht in je voortuin, op je zorgvuldig gemanicuurde rozenstruik. Alleen gevorderden kunnen vliegen.
Wat zijn lucide dromen?
In lucide dromen besef je dat je aan het dromen bent, dat besef ontbreekt in ‘gewone’ dromen. Dit onderscheid is meetbaar, onderzoek laat namelijk zien dat er een verschil in hersenactiviteit is tussen de twee. Gebieden die een rol spelen bij metacognitie, zelfreflectie, en episodisch geheugen worden actiever in lucide dromen. Daarnaast kan een onderzoeker de oogbewegingen die een proefpersoon tijdens de REM-slaap maakt gebruiken om de aanvang van een lucide droom te herkennen. Er wordt van tevoren een combinatie van oogbewegingen afgesproken (bijvoorbeeld link-rechts-links-rechts) die de proefpersoon zal maken als hij tijdens de slaap in een lucide droom belandt. Meetapparatuur maakt de oogbewegingen zichtbaar voor de onderzoeker, en de dromer gaat vervolgens zijn eigen gang in zijn eigen droom. De omgeving veranderen? De ruimte in? Een zicht van 360 graden? Alles kan.
Me, myself, and why?
Het louter behagen van de ego klinkt niet als een valide reden voor onderzoek. Echter, onderzoek naar lucide dromen heeft wel degelijk nut. Zo kan het onder meer gebruikt worden om een antwoord te vinden op de vraag wat bewustzijn is. Hobson en collega’s hebben het AIM-model van bewustzijn ontwikkeld, een 3D-model waarin elke vorm van bewustzijn een combinatie is van de drie factoren hersenactiviteit (Activity), bron van input (Input), en mode (Mode). Wanneer je wakker bent zijn er andere hersengebieden actief (Activity) dan wanneer je slaapt. Als je droomt heb je geen input van buitenaf – de gehele droomwereld wordt intern gegenereerd (Input). Mode heeft te maken met de niveaus van cholinesterase en acethylcholine, hetgeen samenhang vertoont met geheugen en REM-slaap regulatie.Wakker zijn, REM-slaap, NON-remslaap, lucide dromen, vals ontwaken (denken dat je wakker bent geworden uit een droom terwijl je in werkelijkheid in een nieuwe droom zit) – allemaal verschillende vormen van bewustzijn met een eigen uniek punt in het 3D-model.
Een andere toepassing van lucide dromen betreft het oefenen van motorische activiteiten, zoals sport. Onderzoek laat zien dat dergelijke oefening dezelfde effecten sorteert als daadwerkelijke fysieke oefening en visualiseren (daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan een pianist die in zijn hoofd een muziekstuk doorneemt). Dus mocht je naast een belabberde drummer wonen – dan kun je misschien eens voorzichtig een gesprek over dromen beginnen.
Tevens lijkt onderzoek naar lucide dromen inzicht te geven in psychoses. De hersengebieden die bij dergelijke dromen geactiveerd worden (zelfreflectie, metacognitie, inzicht) overlappen namelijk deels met hersengebieden die bij mensen met psychoses beschadigd zijn of slechter functioneren.
Daarnaast bieden lucide dromen een mogelijke oplossing voor mensen die lijden onder nachtmerries. Als je kunt leren je dromen te sturen, dan kun je een nachtmerrie in een positiever alternatief omzetten. Klinkt goed, wat houdt je tegen?
Droom rustig verder
Juist het induceren van de lucide droomstaat is een groot struikelblok voor zowel de wetenschap als de welwillende dromer. Inductiemethoden zijn onbetrouwbaar te noemen, en mede daardoor wordt veel onderzoek naar lucide dromen geplaagd door te kleine steekproeven. De twee meest gebruikte methoden zijn: jezelf overdag herhaaldelijk afvragen of je droomt (Reality Checks) en voor je gaat slapen de intentie om te beseffen dat je droomt versterken (MILD, Mnemonic Induction of Lucid Dreaming). Bij laatstgenoemde methode horen ook termen als WBTB (Wake-back-to-bed, ’s nachts kort ontwaken om vervolgens met de juiste intentie weer in slaap vallen – de ideale methode voor oudere mannen met een prostaatprobleem) en WILD (Wake Initiated Lucid Dreams, rechtstreeks in een lucide droom terechtkomen). Een WILD ervaring omvat ondermeer het gevormd zien worden van je droom terwijl je in slaap valt – je bent in die zin ‘bewust’ van het feit dat een droom begint, een onvergetelijke ervaring die niet zou misstaan op een bucket-list. Op de site van het Lucidity Institute van LaBerge (een bekende naam in de relevante literatuur) staat een FAQ waarin de technieken besproken worden, en ondermeer Aspy en collega’s en Stumbrys en collega’s hebben hieraan een informatief artikel gewijd.
Nog meer?
Ja, er blijkt een positief verband te bestaan tussen het kunnen herinneren van je dromen na het ontwaken en de frequentie van lucide dromen. En het opschrijven van dromen houdt weer verband met een verbetering van het vermogen om dromen te herinneren. Dus als je denkt dat je even snel een paar uur aan je dag kunt toevoegen… droom rustig verder.
Bronnen
– Aspy, Delfabbro, Proeve, & Mohr (2017). Reality testing and the Mnemonic induction of lucid dreams: findings from the national australian lucid dream induction study.
– Baird, Mota-Rolim, & Dresler (2019). The cognitive neuroscience of lucid dreaming.
– Dresler, Wehrle, Spoormaker, Steiger, Holsboer, Czisch, & Hobson (2014). Neural correlates of insight in dreaming and psychosis.
– Erlacher & Schredl (2008). Do REM (lucid) dreamed and executed actions share the same neural substrate?
– Laberge (2009). Lucid Dreaming – A Concise Guide to Awakening in Your Dreams and in Your Life.
– Lucidity Institute. http://www.lucidity.com/
– Stumbrys, Erlacher, Schädlich, & Schredl (2012). Induction of lucid dreams: a systematic review of evidence.
– Stumbrys, Erlacher, & Schredl (2015). Effectiveness of motor practice in lucid dreams: a comparison with physical and mental practice.
– Windt (2013). Reporting dream experiences: why (not) to be skeptical about dream reports.
– Zink & Pietrowsky (2015). Theories of dreaming and lucid dreaming: an integrative review towards sleep, dreaming and consciousness.