Het is zover: de coronapersconferenties hebben een nieuw jasje gekregen. En deze keer verwijst ‘nieuw jasje’ niet naar een verwarrende metafoor die Jaap van Dissel eerder gebruikte om te praten over mutaties van het virus; het betekent nieuwe presentatievormen, een nieuw gezicht en de eerste tekenen van het nieuwe elan van het nieuwe kabinet. Alleen werd al snel duidelijk dat met deze persconferenties dezelfde mensen (niet) aangesproken gaan worden als voorheen. En dan heb ik het over mensen met een specifieke voorkeursstijl.
Specifieke sectoren, branches, beroepen of politieke voorkeuren ten spijt, als deze persco’s je aanspreken, is dat omdat dat wat van je gevraagd wordt je aanspreekt. Beter gezegd: omdat wat van je gevraagd wordt iets is wat jou van nature goed afgaat. Immers komen de maatregelen in de vorm van gedragingen en competenties en daar kent iedereen persoonlijke voorkeursstijlen in.
Competenties die gevraagd worden
Zo wordt er onder andere (al enige tijd) gevraagd om ‘flexibiliteit’, ‘aanpassingsvermogen’, ‘omgevingsbewustzijn’ en ‘discipline’. En natuurlijk ‘samenwerken’ (“alleen samen”). Met uitzondering van ‘discipline’ zijn deze competenties goed te clusteren en binnen het Concurrerende Waardemodel van Quinn één voorkeursstijl te noemen (namelijk die van ‘Netwerker’ en ‘Pionier’ met een link naar ‘Helper’, zoals te zien op de afbeelding hieronder).
Mij gaan de competenties ‘flexibiliteit’, ‘omgevingsbewustzijn’, ‘aanpassingsvermogen’ en ‘samenwerken’ toevallig van nature goed af. Dus ik kon en kan in deze tijden gemakkelijk schakelen en bedenken hoe ik binnen de kaders van de maatregelen toch gedaan krijg wat ik wil doen.*
Tegenover elkaar
De genoemde competenties zijn ook in lijn met de beslissing om de horeca en de cultuursector weer te openen én in dezelfde adem de risico’s daarvan te benoemen. Er is geluisterd naar signalen uit de samenleving (“Waarom zij wel open en ik niet?”) en of het nu handig is voor de publieke opinie of de bühne, ook het noemen van cijfers en het laten zien van visuele weergaves van de situatie (besmettingen en ziekenhuisopnamens) kan niet verbloemen dat de maatregelen in lijn zijn met competenties als ‘omgevingsbewustzijn’ en ‘samenwerken’.
‘Discipline’, wat nu extra nodig is om de risico’s te beperken, komt zoals gezegd nadrukkelijker naar voren in andere stijlen (namelijk ‘Analyticus’ en ‘Verankeraar’). Een tegengestelde stijl in vergelijking met bijvoorbeeld ‘aanpassingsvermogen’ en ‘flexibel gedrag’ en dus ook het tegenovergestelde van wat nog meer van ons gevraagd wordt. Dat werkt niet, want mensen scoren niet hoog op competenties die tegenover elkaar staan.
Dat zie je ook in de negatieve reacties, veelal gekenmerkt door vragen en argumenten gebaseerd op logica, analyses, cijfers en wat kortere termijn resultaten. En in grote lijnen dus minder gefocust op aanpassen en de omgeving.
Met elkaar
Het geldt dus niet voor iedereen, dat wat van je gevraagd wordt je van nature gemakkelijk afgaat. En iedereen aanspreken en in beweging krijgen met dezelfde boodschap kan dus ook niet, als je doelgroep zo groot en gevarieerd is. Je moet als ministers beslissingen nemen qua maatregelen en wijze van communiceren. Al is het na bijna 2 jaar wel tijd om te realiseren dat de ingezette stijl niet iedereen zal aanspreken en dat zowel de positieve als de negatieve reacties logische reacties zijn.
En dan zou ‘nieuwe jasje’ eigenlijk moeten betekenen dat we met elkaar het gesprek aangaan. Bijvoorbeeld iemands ‘aanpassingsvermogen’ of ‘discipline’ verbeteren is nog zo eenvoudig niet; deze persoon laten praten en werken met iemand die wel van nature hoog scoort op een andere competentie wel.
Andere mensen, andere stijlen, andere verhalen. Steeds een nieuw jasje.
*Hoog of laag scoren op het Waardemodel van Quinn betekent dat deze stijl je van nature gemakkelijk afgaat of juist niet. Zo ben ik een goede strateeg maar kost dat naar verhouding meer energie dan netwerken. Lees hier meer over de samenhang tussen competenties en het Quinn model.