Ergens in de jaren zestig van de vorige eeuw maakte Levinson, die als psychotherapeut met kinderen werkte, een observatie die tot een geheel nieuw wetenschapsgebied zou leiden. Hij merkte op dat de aanwezigheid van zijn hond tijdens de therapeutische sessies een positief effect op de kinderen had. De jaren daarna breidde het inzetten van dieren in allerhande settingen zich wereldwijd uit als een olievlek en ook wetenschappers raakten meer en meer geïnteresseerd in het therapeutische potentieel van dieren. Uiteindelijk was in de jaren negentig de antrozoölogie een feit.

Wat is antrozoölogie?

Antrozoölogie is een multidisciplinair wetenschapsgebied dat zich bezighoudt met de interacties en relaties tussen mensen en dieren*. Hoe verhouden wij ons tot dieren, wat voor effecten hebben ze op ons? Een groot deel van de interacties vindt plaats in situaties waar we dieren bewust inzetten om bepaalde effecten te bereiken. Denk aan een hond in het klaslokaal, om onder meer het gedrag en de concentratie van kinderen te verbeteren. Of een tamme vogel die aangeeft dat het tijd is voor je medicijnen. Wellicht herkenbaarder: met een huisdier eenzame ouderen bezoeken.

Als dieren gericht worden ingezet om het herstel of behoud van gezondheid bij mensen te realiseren spreken we van dierondersteunde interventies. Dat kan bij diverse aandoeningen en met behulp van diverse dieren. Het gaat hier dus om een therapeutische context. Denk aan het inzetten van paarden of speciaal getrainde honden bij kinderen met autismespectrumstoornissen, honden die mensen met PTSS door het dagelijks leven helpen, of het inzetten van honden tijdens sessies bij mensen met schizofrenie. Eetstoornissen, taal- en spraakproblemen, hechtingsproblemen – nog meer voorbeelden van aandoeningen waarbij dieren (kunnen) worden ingezet.

Mogelijke mechanismen

De effecten die dieren op ons hebben kunnen op verschillende manieren worden verklaard. Laten we eens kijken naar drie van die verklaringen, die veelvuldig in de psychologie terugkomen. Ten eerste, hechting. Kinderen die niet veilig gehecht zijn aan hun verzorgers hebben later moeite om relaties met andere mensen aan te gaan. Die onveilige hechting generaliseert echter niet naar dieren. Bij dieren kunnen deze mensen zich dus – wellicht voor het eerst in hun leven – wél veilig voelen.

Dieren kunnen ook een bron van sociale steun zijn: ze geven onvoorwaardelijke steun zonder over ons als persoon te oordelen. De combinatie van fysiek contact en emotionele steun zorgt ervoor dat je beter met stress kunt omgaan.

Ten slotte, dieren (en met name honden, omdat die al duizenden jaren met de mens leven) activeren ons oxytocinesysteem door aanraking of door naar ze te kijken. Oxytocine zorgt onder meer voor een afname van angst en depressie, en bevordert vertrouwen en sociale interactie.

Het lijkt er zodoende op dat er tal van voordelen verbonden zijn aan het inzetten van dieren voor onze eigen gezondheid en ontwikkeling.

De wetenschappelijke basis

Maar is dat ook zo? Hoe zit het met het wetenschappelijke bewijs? De uitgevoerde studies en onderzoeken zijn niet altijd van hoge kwaliteit en laten ook variërende resultaten zien. Er zijn uiteraard positieve effecten gevonden (in degelijk onderzoek), maar zelfs dan is nog niet duidelijk of het dier het werkende ingrediënt van de interventie is. Het kan evengoed zijn dat de positieve effecten te wijden zijn aan het novelty effect: effecten die plaatsvinden puur vanwege het aanbieden van een nieuw soort interventie. Daarnaast ontbreekt het bij veel studies aan (goede) controlegroepen, waardoor je niets kunt zeggen over het relatieve effect van een interventie.

Oftewel, is de groep die de dierondersteunde interventie krijgt beter af dan de groep die een placebo of andere reeds bestaande interventie krijgt? Een ander probleem zijn de kleine steekproeven (10 of 20 personen is geen uitzondering), wat de betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten niet ten goede komt. De resultaten uit studies moeten tevens met enige voorzichtigheid worden gebracht: het zal niet de eerste keer zijn dat via de media conclusies worden overtrokken en het inzetten van dieren wordt aangeprezen zonder over de gevolgen voor de dieren zelf na te denken.

Dierenwelzijn

Misschien heb je tot nu toe nog helemaal niet gedacht aan de dieren zelf. Uiteraard staat dierenwelzijn hoog op de agenda in de antrozoölogie, en worden de stressniveaus van de ingezette dieren onderzocht. Maar waar trekken we de grens? Kan een hond drie ochtenden of dagen per week ingezet worden in een klaslokaal vol kinderen? Zijn sessies van twee of drie uur paardentherapie acceptabel? Hoe stressvol is het voor een dier om ingezet te worden bij mensen met schizofrenie? De dieren worden veelvuldig blootgesteld aan allerhande stressoren: onbekende personen, onbekende situaties, onvoorspelbare situaties, geen mogelijkheid tot natuurlijk gedrag.

Daarnaast zou je kunnen zeggen: waarom moeilijk doen als het makkelijker kan? Voor diverse aandoeningen zijn al effectieve interventies. Een dier moet worden getraind, er moet een persoon aanwezig zijn die het dier begeleidt, er zou accreditatie van dier en trainer moeten plaatsvinden – er zitten nogal wat haken en ogen aan.

Twee kanten van dezelfde medaille

De conclusie die nu, over het algemeen, wordt getrokken is: op dit moment kan nog niet worden gesteld dat dierondersteunde interventies effectief zijn vanwege het dier. Toch moeten we niet vergeten dat er wel degelijk effectieve therapieën met dieren zijn ontwikkeld: voor mensen met PTSS is de keuze tussen zeer zware exposure therapie (die in ongeveer 50% van de gevallen niet wordt afgemaakt) en een interventie met dieren wellicht simpel, en snel, gemaakt. En ook het feit dat mensen die onveilig gehecht zijn misschien via dieren wel kunnen leren om relaties met mensen aan te gaan pleit voor het (veilig) inzetten van dieren. Ten slotte, wat te denken van aanraking? Dieren kun je een knuffel geven waardoor er oxytocine bij zowel mens als dier vrijkomt – een therapeut zal altijd fysieke afstand bewaren.

Dus, wat te doen? Meer onderzoek. Streven naar een nog hogere kwaliteit van onderzoek. En ondertussen wellicht terughoudend zijn bij het inzetten van dierondersteunde interventies, dat wil zeggen: dergelijke interventies als een soort laatste redmiddel gebruiken en niet als eerste keus interventie. We moeten namelijk uitkijken dat we de dieren niet onnodig met nog meer van onze problemen opzadelen, en voorkomen dat de dieren zelf therapie nodig gaan hebben.

* de mens is uiteraard ook gewoon een diersoort

Bronnen
– Amiot, & Bastian (2015). Toward a psychology of human–animal relations. Psychological Bulletin.
– Beetz (2017). Theories and possible processes of action in animal assisted interventions. Applied Developmental Science.
– Herzog (2011). The Impact of Pets on Human Health and Psychological Well-Being. Current Directions in Psychological Science.
– Marino (2012). Construct Validity of Animal-Assisted Therapy and Activities: How Important Is the Animal in AAT? Anthrozoos.
– Nagasawa, Mitsui, En, Ohtani, Ohta, Sakuma, Onaka, Mogi & Kikusui (2015). Oxytocin-gaze positive loop and the coevolution of human-dog bonds. Science.
– Rietveld-Piepers & Enders-Slegers (2018). De inzet van dieren in zorg en
onderwijs. Recente ontwikkelingen en signalering van risico’s voor het welzijn van honden.
Instituut Voor Antrozoölogie.

Geschreven door Martin van den Heuvel

Leergierig, kritisch. Vragen blijven stellen. Bezig blijven: studeren naast een voltijdbaan. Als Martin zijn bachelor psychologie aan de OU heeft behaald, gaat hij een master gezondheidspsychologie of klinische psychologie volgen, want het blijft fascinerend om te ervaren hoe je kijk op de (sociale) wereld veranderd met elk geleerd vak. Maar, komt hetgeen wij leren uiteindelijk wel bij diegenen terecht die het nodig hebben, en in een begrijpelijke vorm? Dat vind hij een interessante vraag. Martin schrijft graag over wat hem opvalt, om daarmee mensen aan het denken te zetten. Als Martin niet aan het studeren of lezen is, dan probeert hij afwisselend sociaal, muzikaal, en sportief bezig te blijven. Kan hij trouwens ook tegelijkertijd, maar dat is geen aanrader.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *