Wie zou je willen zijn? Wat zou je aan jezelf willen veranderen? Dit soort vragen stellen we onszelf vaak, en regelmatig steken we er bewust moeite en energie in om niet te proberen ons leven te leiden in lijn met wie we zijn, maar met wie we willen zijn. Misschien wil je extraverter zijn, vrolijker, dunner, vrijer, enzovoort.
Je ideale ‘ik’ najagen
Het is op zichzelf goed om kritisch te blijven op aspecten van jezelf die je misschien wilt veranderen. Maar tegelijkertijd staren we ons nogal eens blind op het najagen van idealen. Er is genoeg onderzoek waarin werd aangetoond, dat naarmate er een groter contrast is tussen iemands huidige zelf en haar ideale zelf (zelf-discrepantie wordt dat genoemd), er meer ontevredenheid en een lager welbevinden is. Dit is eigenlijk ook wel voor de hand liggend: des te meer ik verlang om anders te zijn, des te meer ik me stoor aan wie ik ben.
Verkleuringen in je zelfbeeld
Voordat je je enthousiast stort op het streven jezelf te veranderen, zou je eerst stil moeten staan bij een behoorlijk probleem, waar we vaak te makkelijk overheen stappen. Om een ideaal zelf na te jagen, moet je eerst weten in hoeverre je dat ideaal niet nu al bént! Hoe goed ken je je huidige ik? Als je een beetje lijkt op de meeste mensen is het antwoord; niet erg goed. Zelfs mensen die denken zichzelf goedte kennen zitten er nogal eens naast. Zo blijkt ons beeld van onszelf sterk gekleurd te worden door onze stemming van het moment, en de context waarin we ons bevinden. Depressieve gevoelens bijvoorbeeld maken het ideale zelf heel aantrekkelijk, maar vooral ook doordat de gevoelens ervoor zorgen dat het huidige zelfbeeld niet klopt (namelijk te sterk op negatieve zelf-aspecten gericht is)! In plaats van meteen aan de slag te gaan, zou je daarom eerst pas op de plaats moeten maken: wie ben ik?
Is je ideaal van jezelf?
Maar zelfs als er dan nog steeds een verschil is tussen wie je bent en wie je wil zijn, is er reden tot twijfel. Want waar komt dat ideale zelf eigenlijk vandaan? Jij wilt extraverter zijn? Maar waarom dan? Zijn er concrete gebeurtenissen waarbij je er hinder van ondervond om niet extravert ‘genoeg’ te zijn? Of is je ideaal ingefluisterd door anderen? Regelmatig gaat het om het laatste. Het ideale zelf dat we voor ogen hebben, en dat voelt alsof we dat helemaal zelf bedacht hebben, blijkt deels van generatie op generatie doorgegeven te worden. Je opvoeders hameren (bewust maar waarschijnlijk met name onbewust en misschien zelfs ongewild) je in wat voor persoon je zou moeten willen zijn. Maar daar stopt het niet. Ook sociale media spiegelen je dag in dag uit voor wat het ideale leven is, wie je zou moeten zijn.
Denk de volgende keer dat je mijmert over wie je idealiter wilt zijn dus nog eens een extra keer na. Misschien ben je goed zoals je bent…
Verder lezen: ‘Het raadsel van het ik: over persoonlijke identiteit en de vraag wie we zijn’ door Martijn Veltkamp (2023). Bekijk het hier: https://linktr.ee/martijnveltkamp
Winactie!
Wil je meer weten over identiteit? Dan hebben we goed nieuws, want je kunt een exemplaar van het boek van Martijn winnen! Stuur uiterlijk 30 november een mailtje naar redactie@psyblog.nl om kans te maken.
Bronnen:
Bessenoff (2006). Can the Media Affect Us? Social Comparison, Self-Discrepancy, and the Thin Ideal. Psychology of Women Quarterly.
Remue, Hughes, de Houwer & de Raedt (2014). To Be or Want to Be: Disentangling the Role of Actual versus Ideal Self in Implicit Self-Esteem. PloS One.
Zentner & Renaud (2007). Origins of adolescents’ ideal self: An intergenerational perspective. Journal of Personality and Social Psychology.