Het vakgebied van de psychologie is zó breed, dat het soms tot de verbeelding spreekt. Wat voor richtingen zijn er allemaal? En hoe ziet het werk er dan concreet uit? Daarom spreken we afgestudeerde psychologen met verschillende specialisaties. In de nieuwe rubriek “5 vragen aan” krijgen we een rondleiding van mensen die werkzaam zijn in het vakgebied van de psychologie. In deze blog trapt Jeroen van Oosterhout af. Hij is Klinisch Psycholoog.

Klinisch Psycholoog: opleiding en werkveld

Een Klinisch Psycholoog heeft een lang opleidingstraject achter de rug. Na de universitaire bachelor en master psychologie volgde deze de 2-jarige GZ-opleiding. Dan mag je zelfstandig behandelen en diagnosticeren. En daarna kun je kiezen voor de opleiding tot Klinisch Psycholoog, die 4 jaar duurt. Een Klinisch Psycholoog houdt zich bezig met complexere psychische problematiek en diagnostiek. Maar hij of zij heeft vaak ook een onderzoeks- en managementrol. De titel ‘Klinisch Psycholoog’ is beschermd. Klinisch Psychologen zijn bijvoorbeeld werkzaam in de specialistische GGZ, ziekenhuizen, verslavingszorg, gezondheidsklinieken of forensische instellingen.

Zo is Klinisch Psycholoog en Psychotherapeut Jeroen werkzaam in een grote GGZ-instelling. Hij vertelt: “Ik werk op twee afdelingen. Eentje is een deeltijdbehandeling voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis die we met schematherapie behandelen. De andere bestaat uit individuele behandelingen, daar speelt ook vaak persoonlijkheidsproblematiek”.

Wanneer ontdekte je dat je Klinisch Psycholoog wilde worden?

“Heel lang wist ik niet wat ik wilde worden, maar wel dat ik iets met mensen wilde doen. Tijdens mijn Vwo-opleiding ben ik bij verschillende opleidingen gaan kijken, zoals de pabo en docentenopleidingen en SPH. Allemaal leuk, maar het was het net niet helemaal. Ik wilde ook wel academische uitdaging. Via een kennis kwam ik toen in aanmerking met de opleiding psychologie. De combi van psychologie, maar ook biologie en wiskunde vond ik erg interessant.

De forensische kant leek me heel gaaf, maar na mijn stage wist ik dat ik de klinische kant op wilde. Tijdens de stage merk je pas écht hoe het werk als psycholoog eruit ziet. Ik liep stage bij een afdeling met mensen met een eerste psychose. Vaak hele jonge mensen, waardoor het contact heel gelijkwaardig was. Er kwamen heel veel bijzondere verhalen langs.”

Hoe ziet een werkdag van jou eruit?

“Dat is heel verschillend. Ik vind het ook lastig om bijvoorbeeld op een verjaardag uit te leggen wat ik precies doe. Meestal vertel ik dat ik mensen help met psychische klachten. Mensen die door hun jeugd of vervelende ervaringen vastlopen. Als ze dan doorvragen vertel ik meer, maar vaak blijft het dan hierbij. Het werk houdt natuurlijk veel meer in. Elke dag is ook anders. Maar over het algemeen begin ik de dag met e-mails checken. Daarna overleg ik met een team van psychologen, de psychiater en verpleegkundigen. Urgente dingen voor die dag  bespreken we dan, zoals cliënten in een crisis of met een risico op suïcidaliteit. Dan is het meestal tijd voor een groepsbehandeling met schematherapie, wat zo’n 2 uur duurt. Daarna ga ik door met individuele behandelingen, zoals traumabehandelingen. Deze ervaar ik als intensief.

Na de behandelingen komt het vaak voor dat we zorgplannen bespreken samen met de cliënt, verpleegkundige en naasten. Wat zijn de doelen? En hoe gaan we daaraan verder werken? De afwisseling tussen groepstherapie en individuele sessies vind ik interessant. Het is dezelfde problematiek, maar mensen zitten in een andere fase van veranderbereidheid en intensiteit.”

Wat vind je het leukste aan je baan?

“Vooral de afwisseling, het persoonlijke contact en de interessante mensen. Normaal hoor je deze verhalen niet, maar in dit vak kijk je verder dan het algemene plaatje. Cliënten leren mij ook veel. Ze laten me soms anders over iets denken. Natuurlijk zijn er ook uitdagingen als Klinisch Psycholoog. Bijvoorbeeld het suïcide-risico. Je moet dit goed kunnen inschatten en juist handelen. Dat kan voor de een opname zijn, maar voor de ander juist begrip en een luisterend oor. Daarom is het ook heel belangrijk om echt een team te vormen met collega’s. Je moet echt kunnen checken bij elkaar en je twijfels voorleggen. Dit voorkomt dat je bijvoorbeeld vanuit emotie gaat handelen.”

Heb je nog dromen in je carrière?

“Op den duur lijkt het me mooi om de praktijk te combineren met bijvoorbeeld parttime wetenschappelijk onderzoek. Of als opleider voor GZ-psychologen of Klinisch Psychologen.”

Heb je tips voor startende psychologen?

“Wat als eerste in me opkomt, is om niet zomaar onbetaald werk aan te nemen. Dat is niet respectvol, probeer daarvan weg te blijven. Je hebt niet voor niets lang en hard gestudeerd. Goede begeleiding is ook heel belangrijk. Het is niet goed om helemaal in je eentje alles uit te vinden. Dat kan zelfs schadelijk zijn voor je eigen ontwikkeling. En grote gevolgen hebben. Er moet natuurlijk vrijheid zijn om zelf dingen uit te proberen, maar een vangnet is wel cruciaal. In dit vak wil je dingen met elkaar kunnen delen.”

Lees ook: Wat is het verschil tussen een basispsycholoog en GZ-psycholoog? 

Geschreven door Hester Bastiaanse

Hester werkt als communicatieadviseur én is opnieuw de collegebanken van de universiteit ingestapt. Want ze is na zo'n acht jaar een tweede studie begonnen, jawel... (Klinische) Psychologie! Ze vindt gedrag van mensen het meest interessante dat er is. Van haantjesgedrag in de corporate wereld tot prestaties in de topsport: psychologie is overal te zien, als je goed kijkt. En er zit héél veel onderzoek en wetenschap achter. Super boeiend vindt ze dat!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *