“Eén keer trek je de conclusie…” Of toch niet? Sommige vrienden komen, sommige gaan. Soms zijn ze hecht, soms oppervlakkig. Hoe komt dat? En wat doen vriendschappen voor ons welbevinden? Een thema waar wetenschappelijk onderzoek haar ogen steeds meer op richt.

Hoe meet je vriendschap?

Vriendschappen bestaan vaker tussen mensen die op elkaar lijken. En dan vooral de externe kenmerken, zoals uiterlijk, leeftijd, opvattingen en gedrag. Vriendschap is een ruim begrip. Voor de een betekent het iets anders dan voor de ander. Zo blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek dat meer dan een derde van de vriendschappen van jongeren niet wederkerig is. Dit zijn unilaterale vriendschappen. Maar hoe kom je dit te weten?

Onderzoekers gebruiken hiervoor sociometrische maten. In een gesloten netwerk waar iedereen elkaar kent, bekijk je of mensen elkaar benoemen als vriend. Als iemand bijvoorbeeld in een klas iemand noemt als vriend, maar deze vriend diegene niet noemt, is dit een unilaterale tie. Reciprocale (wederzijdse) vrienden hebben een hogere kwaliteit, stabiliteit en meer conflict. Maar unilaterale “vrienden” brengen meer tijd met elkaar door en hebben een betere relatie dan niet-vrienden. Mensen hebben dus verschillende percepties van een vriendschap (Dr. J. Hillekens, hoorcollege Ontwikkeling van persoonlijke relaties, Tilburg University).

Vriendschap als recept tegen eenzaamheid

Vriendschap blijkt een grotere determinant te zijn in ervaren eenzaamheid dan familie. Zo zouden interacties met vrienden eenzaamheid sterker verminderen dan interacties met familie en kennissen. Dat zit ‘m in de kwaliteit van relaties: fijne tijd die je samen besteed, gedachtes en gevoelens delen en elkaar steunen. Gedeelde interesses, ervaringen en houdingen zie je vaak terug in vriendschap. Toch houdt de hoeveelheid vriendschappen die je hebt ook verband met eenzaamheid. Hoewel de meerwaarde bij vier à vijf goede vrienden niet meer lijkt toe te nemen.1

Uit onderzoek blijkt dat vriendschap positief verbonden is met zowel het fysieke als mentale welzijn. Hoe hoger de kwaliteit van de vriendschap, hoe hoger het welzijn. Dit vonden onderzoekers ook voor de waargenomen emotionele en instrumentele hulp. Zowel de hulp gevende als hulp ontvangende vriend gaven aan een hoger welbevinden te ervaren. Welbevinden bestaat onder andere uit positieve emoties ervaren, vervulling van psychologische basisbehoeften en voelen dat je leven betekenis heeft. Maar het gaat ook om minder negatieve emoties en minder angst en depressie ervaren.2

Gezonde vrienden

Ook op fysiek vlak brengen vriendschappen veel goeds. Zo blijken kwalitatieve vriendschappen onder andere verband te houden met slaapkwaliteit, immuunsysteem en bloeddruk. Mensen met goede vrienden leven zelfs gemiddeld langer. Zo zijn er studies die vonden dat jongens die in hun kinderjaren meer sociale contacten met vrienden hadden, twintig jaar later een lagere bloeddruk en BMI hadden. Vriendschap is gemeten door te vragen naar de ervaren steun in de vriendschap, het aantal vrienden, sociale netwerken, ervaren eenzaamheid en de diversiteit van vriendschappen3. Maar voor deze “gezonde vrienden” zijn diverse verklaringen. Het kan zijn dat mensen door hun vriendschappen minder stress ervaren en minder vatbaar zijn voor ziektes. Maar het kan ook zijn dat ze gezonder leven en actiever zijn en daardoor juist meer vrienden hebben4.

Tot zover een duik in de wetenschap achter vriendschappen. Ze leefden nog lang en gelukkig…

 

Bronnen:

  1. Thompson, A., Smith, M. A., McNeill, A., & Pollet, T. V. (2024). Friendships, loneliness and psychological wellbeing in older adults: a limit to the benefit of the number of friends. Ageing & Society44(5), 1090-1115.
  2. Pezirkianidis, C., Galanaki, E., Raftopoulou, G., Moraitou, D., & Stalikas, A. (2023). Adult friendship and wellbeing: A systematic review with practical implications. Frontiers in psychology14, 1059057.
  3. Cundiff, J. M., & Matthews, K. A. (2018). Friends With Health Benefits: The Long-Term Benefits of Early Peer Social Integration for Blood Pressure and Obesity in Midlife. Psychological Science, 29(5), 814-823. https://doi.org/10.1177/0956797617746510
  4. Holt-Lunstad, J. (2017). Friendship and health. The psychology of friendship, 233-248

 

Geschreven door Hester Bastiaanse

Hester werkt als communicatieadviseur én is opnieuw de collegebanken van de universiteit ingestapt. Want ze is na zo'n acht jaar een tweede studie begonnen, jawel... (Klinische) Psychologie! Ze vindt gedrag van mensen het meest interessante dat er is. Van haantjesgedrag in de corporate wereld tot prestaties in de topsport: psychologie is overal te zien, als je goed kijkt. En er zit héél veel onderzoek en wetenschap achter. Super boeiend vindt ze dat!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *