Het vakgebied van de psychologie is zó breed, dat het soms tot de verbeelding spreekt. Wat voor richtingen zijn er allemaal? En hoe ziet het werk er dan concreet uit? Daarom spreken we psychologen met verschillende specialisaties. In de nieuwe rubriek “5 vragen aan” krijgen we een rondleiding van mensen die werkzaam zijn in het vakgebied van de psychologie. In deze blog vertelt Rebecca Laros over haar werk als …. Psychotherapeut!
1. Wanneer wist je dat je psycholoog en nu psychotherapeut wilde worden?
Mijn eerste opleiding was pedagogiek en daarna ben ik doorgegaan met de opleiding orthopedagogiek. Ik begon bij de GGZ en na een tussenstap bij een andere organisatie ben ik ook weer teruggegaan. Ik heb altijd in de jeugd gewerkt. Sinds ik psychotherapeut ben, nu zo’n twee jaar, werk ik met jongvolwassenen.
Tijdens een stage belandde ik in de verslavingszorg, gericht op preventie. Ik begeleidde KOPP-groepen samen met de GGZ. Toen kwam meteen de GZ-opleiding op mijn pad. Ik merkte daar dat ik vooral het behandelen leuk vond, ook leuker dan diagnostiek. Daar wilde ik mee verder. Na een aantal jaar ben ik door een oud-collega bij de GGZ benaderd voor de psychotherapie-opleiding en daar kon ik echt geen nee tegen zeggen. Dus ik ben echt van de ene in de andere opleiding gerold en heb een lang pad bewandeld.
Ik werk nu met jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar. Dat vind ik opvallend leuk en dat had ik niet verwacht. Ouders hebben een kleinere rol, waardoor de jongeren soms gemotiveerder zijn en zelf om hulp vragen. Ze communiceren ook meestal net wat beter dan kinderen en hebben meer inzicht.
2. Hoe ziet een gemiddelde werkdag eruit?
Ik heb zo’n vijf à zes cliënten op een dag. Zij hebben soms ook traumatherapie, dat vergt veel tijd. Soms is een werkdag dan al gevuld. Daarnaast begeleid ik GZ-studenten en psychotherapeuten in opleiding. En een ochtend in de week vergaderen we met het team, en tussendoor soms ook nog even.
3. Wat betekent de rol van psychotherapeut voor jou?
Als psychotherapeut krijg je vooral de ingewikkelde behandelingen, voor mensen die al verschillende therapieën hebben gehad. Ik kijk wat er onderliggend speelt, vaak zit er trauma onder. Ik richt me als psychotherapeut erg op de relatie en klik met cliënten.
Jezelf inzetten als instrument, dat leer je. Dus de mensen helpen als jezelf. Als basispsycholoog en GZ-psycholoog richt je je vooral op methodieken. Bijvoorbeeld: dit zet je in bij een cliënt met angst. Ik ben integratief opgeleid. Je hebt veel meegekregen van diverse stromingen. Soms gebruik je wel een methodiek, maar vaak is het ook zoeken en puzzelen met de cliënt. Ik kan dat per persoon aanpassen en daar heb ik best veel vrijheid in. Ik probeer echt contact te leggen. Een vleugje humor erbij vind ik ook heel belangrijk. Zo behandelde ik een jonge vrouw die al veel behandelingen en gesloten opnames had. Heel langzaam schoven we naar de trauma’s vanuit vroeger thuis. Daar heeft ze nooit eerder over gesproken. Dat kwam na een hele lange tijd stapje voor stapje naar voren toen we echt al een band hadden opgebouwd.
Psychotherapeuten hebben meer tijd. Het werkt niet als je gejaagd bent en bijvoorbeeld maar 10 behandelingen hebt, zoals basispsychologen of orthopedagogen. Dan ken ik iemand pas net. Daarna kan ik pas verder bouwen. En dat lukt uiteindelijk ook. Daar is een klik voor nodig en daar werk ik hard aan. Als je snel te veel wil of verwacht van iemand, dan haken mensen af. Een cliënt voelt dat. Je wil er echt geen druk op leggen.
De grootste uitdaging is vooral de therapeutische relatie opbouwen. Maar tegelijkertijd vind ik dat ook het leukst. Iemand binnenhalen, vasthouden en blijer de deur uitkrijgen. Al leer ik wel om blijer te zijn met de kleine winst-stappen. Ik heb niet meer de reddersmentaliteit die ik vroeger meer had.
4. Welke eigenschappen zijn nodig als psychotherapeut?
“Geduldig zijn! En je hebt ook relativeringsvermogen en humor nodig om elke dag zware casussen te horen. Het helpt om het luchtig te houden soms, ook naar de cliënt toe. Gespreksvaardigheden moeten natuurlijk ook op orde zijn. Maar aanvoelen en empathie heb je echt heel erg nodig.”
5. Heb je nog dromen?
“Ik heb de max qua opleidingen wel redelijk gehaald. In traumabehandelingen wil ik me graag nog verder scholen. En ik heb een gender-identiteitsgroep, toch wel een beetje mijn stokpaardje. Het is mijn droom om gender-problematiek en hulp daarbij in deze regio meer op de kaart te zetten. Mogelijk ga ik nog iets doen in Bolwerk-opleidingen om jonge psychologen en orthopedagogen te scholen.”
Tips voor studenten of startende psychologen
Rebecca heeft nog een paar tips voor (bijna) startende psychologen. “Veel basispsychologen willen de GZ-opleiding volgen. Ze willen heel snel door, maar een tip is om even echt wat werkervaring op te doen. Je moet leren om met cliënten om te gaan. Dat heeft veel tijd nodig. Oh en nog een: hard werken hoort erbij, maar probeer niet over je eigen grenzen heen te gaan. Houd de balans goed. Er zijn veel burnouts onder psychologen. Psychologen zijn vaak onzeker of willen zichzelf bewijzen. Dan horen ze van anderen hoe zij het aanpakken, en willen dat dan ook doen. Goed op jezelf letten dus”.